Jean
Claude Izzo is de zoon van een Italiaanse barkeeper en een Spaanse
naaister.
Zijn ouders emigreerden op jeugdige leeftijd naar Marseille om daar
te gaan werken. Ze trouwden in 1941.
Op 20 juni 1945 wordt Jean Claude Izzo geboren. Hij blijkt een slimme
leerling te zijn en schrijft op jeugdige leeftijd al verhalen en gedichten.
Hij gaat naar het lycée des Remparts. In 1963 wordt hij boekverkoper
en sluit zich aan bij Pax Christi, een katholieke vredesbeweging.
Izzo heeft geen diploma’s en is autodidact, zoals hij zelf zegt
In 1964 moet hij in dienst. Als hij in 1966 terugkeert, hervat hij
zijn activiteiten voor Pax Christi. Daar ontmoet hij Marie Hélène
Bastianelli. Ze sluiten zich allebei aan bij de PSU (Parti Socialiste
Unifié). Het paar trouwt in 1969 en Jean Claude Izzo blijft
politiek actief, later sluit hij zich aan bij de communistische partij.
Hij schrijft voor'La Marseillaise Dimanche', een regionaal communistisch
tijdschrift. In 1970 verhuist het paar naar een klein dorpje een in
de buurt van Marseille. Hij publiceert dan zijn eerste gedichten getiteld
‘Poèmes à haute voix’. Zijn vrouw werkt
ondertussen als bibliothecaresse.
In 1972 wordt hun zoon Sébastien geboren die nu de website
van zijn overleden vader beheert. Er volgen meer publicaties, zij
brengen nog niet de grote bekendheid. Op de website van Jean-Claude
Izzo zijn alle publicaties vermeld.
In 1978 volgt een scheiding en Izzo verlaat ook het tijdschrift waarvoor
hij lange tijd werkte. Hij stapt over naar 'la Vie Mutualiste' en
wordt redacteur. Dit werk doet hij drie jaar om daarna te verhuizen
naar Parijs.
Hier heeft hij verschillende banen en functies die allemaal te maken
hebben met schrijven, ook schrijft hij filmscenario's en teksten van
liedjes. Hij ontmoet Michel le Birs en deze moedigt hem aan een misdaadroman
te gaan schrijven. In 1995 verschijnt ‘Total Khéops’
in het Nederlands vertaald als ‘Teringzooi’ met Fabio
Montale in de hoofdrol. Dit boek is geschreven in vijf maanden tijd.
Hij had zijn zoon die destijds in militaire dienst zat beloofd dat
hij elke maand een hoofdstuk zou opsturen. Dat deed hij.
Het boek blijkt een groot succes en won verschillende prijzen. In
1996 verschijnt 'Chourmo, wederom een succes. Jean-Claude Izzo verlaat
Parijs en verhuist naar Saint Malo.
In 1998 schrijft hij het derde deel uit de Marseille-trilogie genaamd
'Solea' en hoewel zijn omgeving druk op hem uitoefent weigert hij
verder te gaan met deze reeks met Fabio Montale in de hoofdrol. Hij
begint aan een nieuw boek 'Le Soleil des Mourant'. Hij is dan al vermoeid
en heeft moeite deze roman af te maken. In 1999 trouwt hij met Catherine
Bouretz, een fotografe. Hij publiceert een nieuwe bundel gedichten
met hierbij foto’s gemaakt door zijn vrouw. Ze gaan in Marseille
wonen. Dan blijkt dat hij ziek is, maar hij schrijft verder. Zijn
laatste werk maakt hij af in september 1999.
Op 26 januari 2000 sterft Jean Claude Izzo aan de gevolgen van longkanker.
Over de Marseille
reeks.
Izzo heeft het eerste boek uit de Marsielle trilogie geschreven
zonder dat hij van plan was een tweede boek uit de reeks te schrijven.
En na 'Soleo' wilde hij stoppen met Fabio Montale. Deze hoofdpersoon
lijkt een beetje op de schrijver, zo zegt hij zelf. 'Hij houdt ook
van lekker eten en drinken en hun waarden en normen lijken op elkaar.
Maar de schrijver is nooit politieman geweest en zo zijn er meer
verschillen. De personages zijn verzonnen, maar soms hebben ze trekjes
van mensen uit zijn omgeving. De enige persoon die echt bestaat
is Hasson, eigenaar van " Bar des Maraîchers ".
Izzo zegt ook dat de jonge mensen die in zijn boeken voorkomen overeenkomsten
vertonen met zijn zoon en zijn vrienden. De schrijver vindt het
moeilijk een verklaring te geven voor het succes van zijn Marseille-trilogie.
‘Ik ben geen auteur die schrijft voor een heel groot publiek.
Er zijn zeker mensen die niet van mijn werk houden, maar ik wilde
geen concessies doen toen ik de boeken schreef.’ Ik vermoed
dat mijn lezers zich herkennen in de persoon Fabio Montale. Sommigen
noemen mijn werk pessimistisch en ‘noir. Het mooiste compliment
dat ik vaak krijg is dat men, na het dichtklappen van Solea, weer
‘klotezin’ heeft om te leven.
Izzo is niet optimistisch over de toekomst. Dat heeft alles te maken
met de toestand in de wereld. Veel ontwikkelingen zijn niet bepaald
hoopgevend. Als ik ’s morgens het nieuws hoor, dan moet ik
bijna overgeven. De wereld valt niet wezenlijk te veranderen.‘
Jean Claude Izzo was vroeger communist, maar in 1978 heeft hij afstand
genomen van deze ideologie. ‘Ik geloof niet in politieke stromingen
die zeggen dat het morgen beter wordt of dat een revolutie de wereld
zal veranderen. De maffia heeft grote invloed en dit zal niet minder
worden.’
Zijn hoofdpersoon Montale hoort ook niet bij een bepaalde partij,
hij is een solist, hij heeft zijn waarden en normen en hij twijfelt
over de wereld, maar gelooft ook in een aantal dingen.
In Solea laat Izzo Montale sterven. ‘Dat was een alarmsignaal’,
aldus de schrijver. Meer dan 100.000 exemplaren werden verkocht
van 'Terinzooi'. 'Chourma' verkocht nog beter evenals 'Solea'. De
boeken weerspiegelen geen mooie werkelijkheid; geweld, werkeloosheid,
racisme, discriminatie en corruptie zijn terugkerende thema's. 'De
werkelijkheid is niet mooi', aldus Izzo. Een ander terugkerend thema
is eten. Op
de site van de schrijver staan veel verwijzingen naar prominente
gerechten uit Marseille en aanbevolen restaurants.
Met zijn beschrijvingen van de geur van mint en basilicum en de
verwoording van gedachten over de toekomst van de wereld bereikte
Izzo ook lezers die normaliter geen misdaadroman lezen. 'Alles wat
ik schrijf is ontleend aan de realiteit en stamt uit het gewone
leven. Ik pleeg veel research, knip stukken uit kranten en tijdschriften
en bewaar ze. Dat is de basis van mijn verhalen.' De
schrijver is een groot bewonderaar van Leonardo Sciascia.
Liefde
voor Marseille
‘Je kunt Marseille niet begrijpen als je het licht van deze
stad niet kent. Alleen in dat licht is de stad te begrijpen. Zelfs
in die uren dat de lucht brandt. Zelfs als ze je dwingt de ogen
neer te slaan.’
Izzo kent elke winkel van de stad, hij houdt van de inwoners en
hun verhalen. 'Toen ik begon te schrijven wist ik dat Marseille
een rol moest spelen. Ik wilde niet alleen de mooie kant laten zien
maar ook de minder mooie en problematische kant. Immigratie speelt
in Marseille een grote rol. Hierbij hoort ook discriminatie. Ik
schrijf vanuit de ‘ik persoon’ en veel mensen denken
dat het dus autobiografisch is. Maar zelfs Fabio Montale is bedacht.'
|
|