naar start | a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | r | s | t | u | v | w | x | y | z | Meer over Ruth Rendell
De bezeten minnaar (1976) Ruth Rendell *****

Inderdaad een van de beste Rendells


De bezeten minnaar dateert uit 1976 en is opnieuw uitgegeven door uitgeverij Sirene. De bezeten minnaar is destijds bekroond met de Gold Dagger Award. Ik heb hem opnieuw gelezen en het is inderdaad een van de beste Rendell boeken.

Het beschrijft onder andere de gedachten- en leefwereld van Arthur Johnson in al zijn gestoordheid. Vanaf het begin voel je dat er iets helemaal mis zal gaan. Rendell's kracht ligt ook in het feit dat je een zeker begrip krijgt voor de 'gestoorde' hoofdpersoon. Hierdoor hoop je dat het toch nog een beetje goed afloopt. Tevergeefs. Het net sluit zich steeds verder. Briljant.

Het stenen oordeel (1978) Ruth Rendell *****
Een klassieker in de misdaadliteratuur

‘Eunice Parchman doodde de familie Coverdale omdat ze niet kon lezen of schrijven’. Dit is de eerste zin van ‘het stenen oordeel’ van Ruth Rendell geschreven in 1977. Je verraadt het plot plus het motief. Hoe kan een thriller dan nog spannend zijn? Dat kan! Ruth Rendell bewijst het.
Het fatale einde is in de eerste zin aangekondigd, dus onafwendbaar. En telkens benadrukt ze deze onafwendbaarheid, maar desalniettemin blijft het boek interessant en spannend.

Eunice Parchman kan niet lezen en schrijven en de schaamte hierover heeft zodanige vormen aangenomen dat ze alles en iedereen wantrouwt. Ze is weinig ontwikkeld en emoties lijkt ze niet te kennen. De familie Coverdale, waarvoor ze werkt als huishoudster, lijkt oppervlakkig gezien een sociaal, een beetje linksig gezin, maar toch kijken ze diep in hun hart neer op mensen van mindere stand. Het schuldgevoel hierover wordt afgekocht door vooral ‘goed te doen’. En dan is er Joan, de vriendin van Eunice, haar tegenpool en gedreven door godsdienstwaanzin.

Wat doet Rendell eigenlijk waardoor dit boek zo gewaardeerd wordt? Allereerst schetst ze scherp karakters en relaties tussen mensen. Ze biedt inzicht en ze rekent op een ironische manier af met ‘snobs’, godsdienstwaanzin en kleinburgerlijkheid. Daarnaast gebruikt ze zinnen als ‘…dit zou de laatste keer zijn dat…’. Hierdoor word je elke keer weer geconfronteerd met het naderende onheil. Zo dendert het boek met een sneltreinvaart richting rampspoed. En er is humor. De gezangen van de godsdienstfanatici zijn van dermate slechte kwaliteit dat het geestig wordt. En de spreuken die de zoon des huizes elke maand verzint, liegen er ook niet om.

Dit boek is dus geschreven in 1977. Het is volstrekt niet gedateerd, behalve dat enkele gebruiksvoorwerpen, zoals de bandrecorder, uit de huiskamers verdwenen zijn. ‘Het stenen oordeel’ is een klassieker in de misdaadliteratuur.

De BBC heeft een boekenprogramma waarin telkens een klassieker wordt besproken. De lezers kunnen vragen stellen die de schrijver vervolgens beantwoordt. Binnenkort staat Ruth Rendell met ‘Het stenen oordeel’ centraal. Ik heb het boek herlezen en twee vragen opgestuurd. Ben benieuwd of ze aan bod komen en wat Mrs. Rendell zal antwoorden
Dubbelleven (2003) Ruth Rendell
Rendell blijft mij boeien

Als ik het goed geteld heb is dit het zestigste boek van Ruth Rendell. Ze is geboren in 1930 en is ondertussen 73 jaar. Met een consequente regelmaat publiceert ze een misdaadroman. Of het is een Wexford, of een ‘gewone’ Rendell, of het is een psychologische thriller onder de naam ‘Barbara Vine’. Wat een oeuvre!!

En nu is er dan ‘Dubbelleven’, een ‘gewone’ Rendell. Dit betekent dat ze een aantal personages ten tonele voert en rondom deze mensen construeert ze een misdaadverhaal. Deze keer zijn dat: Inez, eigenaresse van een antiekzaak. Zij verhuurt kamers aan een aantal bijzondere mensen. Dat zijn: Will, Jeremy, en Ludmilla. En dan ontmoeten we nog een aantal andere personages die ze vol overgave portretteert.

In London is een aantal moorden op jonge vrouwen gepleegd in de omgeving van de antiekwinkel. De moordenaar wordt ‘de Rottweiler’ genoemd. Het nieuws van de moorden haalt volop de pers en is het gesprek van de dag. Zou iemand uit de omgeving van Inez, de eigenaresse van de antiekwinkel hiermee iets te maken hebben?

Ruth Rendell is flink op dreef in ‘Dubbelleven’. Ze kan goed mensen portretteren en dat doet ze ook in dit boek. Er komen interessante personages voorbij en ieder heeft zijn eigen ‘gekkigheid’ of geheim. En de vraag is, zoals zo vaak bij Rendell, wie deugt er nou eigenlijk? Meerdere personen hebben een soort dubbelleven en niets is wat het lijkt. Rendell wisselt voortdurend van perspectief. Het verhaal wordt vanuit verschillende personen beschreven. Dit maakt het spannend. Hierdoor kan ze opvattingen of geheimen verkondigen die de ander niet weet.

Samengevat. Het plot is goed, het boek interessant en meeslepend, de karakters komen goed uit de verf en zijn innemend. Ook heeft Rendell weer oog voor de tijdsgeest. Als de seriemoordenaar in de pers ‘Rottweiler’ wordt genoemd is er wel een belangengroep van ‘Rottweiler-eigenaren’ die vooral wil beklemtonen dat de Rottweiler een beste hond is. De routes door Londen, die ze beschrijft, zullen wel weer door veel mensen gelopen worden. En er is humor. Dat heeft ze altijd al gehad. Maar nu lijkt het alsof ze het een meer prominente rol heeft willen geven. Het einde is meer spectaculair dan ik van haar gewend ben. Of is de relativering groter? Wat moet ik hiervan denken of vinden? Rendell blijft mij boeien : vier sterren.
De dertien treden (2004) Ruth Rendell ****
Obsessie en vergane glorie subliem verwoord

Gwendolen Chawcer is een oude vrouw die haar eenzame dagen slijt in een huis in Londen. De stof heeft er vrij spel, de tijd lijkt stil te staan. Ze heeft een huurder, Mix Cellini. Hij is een eenzelvige jongeman die idolaat is van Nerissa, een fotomodel. Daarnaast is hij geobsedeerd door een seriemoordenaar, John Christie (Reggie) die in het verre verleden bij hen in de buurt woonde. Mix verslindt boeken om de feiten over deze Reggie te achterhalen. Ook Gwendolen, de oude vrouw, leest continue en ze heeft een oude liefde waarover ze dagdroomt en fantaseert. Het was een arts, haar enige huwelijkskandidaat. Gwendolen heeft het oude pand, dat deels leeg staat, geërfd en ze is de huisbaas van Mix. Samen met een kat die te pas en te onpas opduikt, wonen ze in dit vervallen pand. Toch zijn hun ontmoetingen schaars. Wel neemt Gwendolen soms stiekem een kijkje in het appartement van haar huurder als hij weg is. Omgekeerd is dit ook het geval. En dan valt het een en ander op.….

Ik vond dit weer een typische Rendell. Een boek van Ruth Rendell kenmerkt zich voor mij door de beschrijving van eenzame, contactgestoorde mensen met een obsessie. Gaandeweg het verhaal wordt deze geobsedeerdheid groter en raakt het contact met de werkelijkheid steeds verder verstoord. Ze voeden zelf hun obsessie door overal aanwijzingen te zien die hun gedachten bevestigen en ze kunnen niet naar zichzelf kijken of hun gedrag relativeren. Langzaamaan raken ze dan steeds verder verwijderd van de realiteit.

In De dertien treden beschrijft Rendell onze huidige tijd door de ogen van Gwendolen. De tijd is voor haar stil blijven staan en hierdoor kijkt ze met ‘vervreemde’ ogen naar allerlei eigentijdse verschijnselen. Mix Cellini is een soort stalker. Hij staat symbool voor de huidige tijd, repareert fitness-apparatuur en heeft een fotomodel tot idool verheven. Anderzijds leeft ook hij in het verleden door zijn overdreven verering van Reggie, de seriemoordenaar.

Zoals altijd geeft Ruth Rendell beschrijvingen van straten en plekken in Londen. Deze keer schetst ze ook vol overtuiging de sfeer van een oud en vervallen gebouw: krakende trappen, leegstaande kamers, pluchen gordijnen en bovenal heel veel stofnesten. Deze beschrijvingen zijn dermate beeldend dat je de mufheid en vergane glorie als het ware ruikt. Ruth Rendell moet het niet hebben van groots en meeslepend. Het gaat veel meer om: gestoorde personen, gestoorde contacten, hersenspinsels, angst voor ontmaskering en morbide fantasie. En je voelt aankomen dat dit uit moet lopen op een catastrofe. Dit levert spanning op en haar prachtige schrijfstijl maakt het extra beeldend.

Het enige kritiekpunt is wat mij betreft dat het einde niet echt verrassend is. De allerlaatste alinea is overigens weer briljant en maakt dat de lezer zich kan verzoenen met het lot van Gwendolen. Veertig jaar geleden schreef Ruth Rendell haar eerste boek. We zijn nu meer dan zestig boeken verder (de meningen verschillen over het aantal). In De dertien treden laat ze zien dat ze nog steeds een fenomeen is in de wereld van de psychologische misdaadroman.

Lotsverbintenis (2005) Ruth Rendell **
Wexford tobt

‘De 20e inspecteur Wexford’, zo vermeldt de omslag. De vorige verscheen in 2002 en de allereerste in 1964. De inspecteur gaat dus al meer dan 40 jaar mee. Samen met adjudant Burden, zijn onafscheidelijke assistent. Inmiddels is op basis van de verhalen een t.v. serie gemaakt en heeft Ruth Rendell naast de Wexford-serie nog een indrukwekkende hoeveelheid andere titels op haar naam staan.
Wexford en Burden hebben zich in de loop der tijd ontwikkeld, maar bleven toch altijd herkenbaar en rotsen in de branding in het fictieve Kingsmarkham dat in de loop der tijd geconfronteerd werd met allerlei maatschappelijke ontwikkelingen. In dit opzicht is Ruth Rendell altijd bij de tijd. Of het nu gaat over demonstraties als gevolg van een snelweg die aangelegd moet worden of spanningen tussen allochtoon en autochtoon, de schrijfster verweeft actuele maatschappelijke vraagstukken in de Wexfords.

Deze keer begint het verhaal met een dader die vanaf een brug een baksteen gooit op een passerende auto. Er valt een dode en niet lang daarna wordt een jonge vrouw vermoord. Er blijkt een link te zijn naar het voorval met de baksteen. Opvallend in deze Wexford is dat het politieteam is uitgebreid met enkele personages waaronder Hannah en Bal. Het zijn jonge politiefunctionarissen die in sommige opzichten tegengesteld zijn aan Wexford en Burden. Een nieuwe tijd doet haar intrede.

Zoals altijd verweeft Ruth Rendell ook de privé-beslommeringen van Wexford door het verhaal. De relatie met zijn vrouw Dora zit in een dipje als gevolg van verschil van mening over het gedrag van dochter Sheila. Ook heeft Wexford heel wat te stellen met journalisten die de gebrekkige voortgang van het onderzoek scherp aan de kaak stellen. De huidige tijdsgeest is ook hier herkenbaar, de sensatiejournalistiek en het ‘zomaar iets roepen’. Zelfs het weer is ernstig van slag in Kingsmarkham.

Ruth Rendell slaagt er wederom in een eigentijdse Wexford af te leveren met actuele maatschappelijke thema’s. Met een ietwat sombere inspecteur die voelt dat de jaren gaan tellen en die tobt over zijn vrouw, zijn dochter en zijn gewicht. Het verhaal is niet altijd even spannend en soms legt de schrijfster teveel linken tussen de verschillende verhaallijnen. Dat doet enigszins geconstrueerd aan.
Op het eind komt Wexford nog met een verrassende onthulling voor de lezers. Het gezelschap van de oude bekenden Wexford en Burden was aangenaam. De nieuwe politiemensen zorgen voor vers bloed en maken vergelijkingen tussen jong en oud mogelijk. Een goede zet!
Kingsmarkham voelt vertrouwd. Zou deze bekende plaats nog ooit ergens nagebootst worden?