Groot
in zijn kleinheid
Misdaadromans zijn er in allerlei soorten en maten. Karin Fossum,
een Noorse schrijfster, begeeft zich op het pad van de psychologische
misdaadroman. Dit doet ze jaren op zeer verdienstelijke wijze.
In De moord
op Harriet Krohn beschrijft ze de lotgevallen van de veertigjarige
Charlo Torp. Hij is depressief. Zijn vrouw is overleden, hij heeft
een gokverslaving die grote schulden genereert en zijn dochter wil
niks meer van hem weten. Hoe komt hij van die schulden af? Hij berooft
Harriet Krohn, de situtatie loopt uit de hand en de vrouw sterft.
Nu kan Charlo zijn schulden aflossen en een paard voor zijn dochter
kopen. Hij lijkt zijn leven weer op orde te krijgen…..
In De moord
op Harriet Krohn houdt Fossum het heel klein. De lezer krijgt toegang
tot de gedachtewereld van Charlo Torp. Hoe verloopt zijn leven na
de moord? Heef hij schuldgevoel? Zo ja, hoe gaat hij hiermee om?
Wat zijn zijn twijfels, wat beweegt hem? Hoe hanteert hij zijn angsten?
Vanaf het begin
weet Karin Fossum de aandacht te vangen en vast te houden. Ze schrijft
in een kenmerkende, sobere en zorgvuldige stijl over gewone en herkenbare
mensen. Het boek leest uitermate soepel en soms hou je als lezer
je hart vast bij de levenswandel en daden van Charlo Torp. De eenzaamheid
van deze man komt ook tot uiting doordat de schrijfster weinig personages
introduceert. Vorm en inhoud dekken elkaar.
Op sommige momenten
is het niet moeilijk enig begrip op te brengen voor deze moordenaar,
op andere momenten valt op dat zijn redenaties wel erg vaak in zijn
eigen voordeel uitpakken. Maar de worsteling is er en dat maakt
dat de dynamiek van gedrag overkomt. ‘Enerzijds’ en
‘anderzijds’ wisselen elkaar regelmatig af en bevorderen
de betrokkenheid bij dit boek.
Karin Fossum
heeft ooit gezegd dat ze de inspecteur Sejer ‘groot’
wilde maken omdat hij gerechtigheid vertegenwoordigt. Ook in De
moord op Harriet Krohn is dit het geval. Sejer vervult een sobere
zijrol en staat symbool voor een rechtvaardige en menselijke politieman.
Een ‘klein’ verhaal, weinig opgetuigd en prachtig geschreven.
Karin Fossum heeft weinig toeters en bellen nodig om de psyche van
deze ‘gewone’ moordenaar te beschrijven en te ontleden.
Zoveel eenvoud en gedoseerde taal duidt op: veel schrappen, herschrijven
en sleutelen.
De
nacht van de vierde november - (2006) Karin Fossum **** |
Stel je voor.
Je bent een gewoon echtpaar en vader en moeder van een prachtige
dochter die zeer welkom was. Die dochter is inmiddels 17 jaar oud.
Ze doet het goed op school, is beleefd en attent, soms wel een beetje
stil maar dat zie je wel vaker bij jongeren van die leeftijd. Op
4 november draagt ze haar kunstleren jas en haar zwarte schoenen
met hele dikke zolen. Ze groet en gaat weg: een laatste beeld. Diezelfde
avond komt ze niet terug en de dagen daarna ook niet. De politie
start een onderzoek, maar aanwijzingen blijven uit. Waar is ze?
Wat is er gebeurd?
Dit lot treft
Jon en Magnhild Moe. Hun dochter Jonna verdwijnt. Ze blijkt gelogen
te hebben. Tegen haar ouders zei ze dat ze naar een vriendin zou
gaan, maar die vriendin weet van niets.
Karin Fossum beschrijft de innerlijke strijd van dit ouderpaar.
Vader is een gesloten man, moeder heeft meer behoefte aan communicatie.
Ze proberen elkaar te bereiken, maar dat lukt steeds minder. Moeder
Magnhild stelt zichzelf vragen, diep verdriet en boosheid wisselen
elkaar af. Vader Jon raakt steeds meer naar binnen gekeerd en beelden
van zijn dochter dringen zich op.
Het proces van het omgaan met deze ingrijpende gebeurtenis wordt
door Karin Fossum ontleed. De ene keer kijkt de lezer door de ogen
van de vader, de andere keer door die van de moeder. Hierdoor ontstaat
zicht op wederzijdse verwijten, momenten van wanhoop en diepe eenzaamheid.
Mensen uit de omgeving worden met andere ogen bekeken, een normaal
leven is niet meer mogelijk. Alles wordt overvleugeld door het krampachtige
verlangen naar Jonna. Naarmate ze langer wegblijft wordt het verlangen
naar duidelijkheid steeds groter. Het vinden van haar stoffelijk
overschot lijkt een meer dragelijke optie dan de voortdurende onzekerheid.
Karin Fossum
heeft een roman met thrillerelementen geschreven. Ze ontleedt scherp
en met precisie de interactie en de gevoelens van de ouders.
Het resultaat is een toegankelijk en fijnzinnig verhaal.
Karin Fossum houdt het klein, houdt het overzichtelijk en gaat vervolgens
de diepte in.
Een scherpzinnig en rijk boek, zonder opsmuk, vol mededogen dat
getuigt van groot inzicht in menselijk gedrag en gezinsrelaties.
Weliswaar meer een roman dan een thriller. Toch past de beoordeling
´zeer goed’. Zeker voor de liefhebber van de psychologische
misdaadroman.
|