Kjell Eriksson
werd in 1953 geboren in Uppsala - Zweden. Op zijn zestiende verlaat
hij het ouderlijk huis. Daarna heeft hij gewerkt bij de posterijen
en in de visserij. Sinds de jaren 70 is hij werkzaam als tuinier.
Hij heeft zich onder andere gespecialiseerd in rozen. Zijn schrijverschap
begon met het maken van teksten voor een vaktijdschrift binnen de
tuiniersbranche. Hij is tot het schrijven van boeken gekomen door
toeval. Eriksson vroeg een journalist een artikel te schrijven over
het vak van tuinier. De betreffende persoon had daar geen zin in
en Eriksson besloot om het dan maar zelf te doen. Uiteindelijk werd
dat een novelle. Achteraf vindt Eriksson dit een slecht boek. Maar
ja…. in het begin was hij ook niet goed in het telen van rozen.
Hierna kwamen de romans. Zijn eerste romans behoorden tot het genre
'arbeidersliteratuur'. Overigens heeft Zweden een rijke traditie
wat betreft maatschappij-kritische romans. Verhalen over het leven
van arbeiders, over de gewone man, geëngageerde en sociaal
bewogen boeken. Zijn literaire voorbeelden op dit terrein zijn Ivar
Lo Johansson en Moa Martinson. Deze auteurs hebben ook geshreven
over 'de gewone man' .
Kjell Eriksson is eigenlijk bij toeval misdaadromans gaan schrijven.
In zijn hoofd had hij de situtatie van de vondst van een dode man.
Hierop heeft hij verder geborduurd. Daarna is het boek eigenlijk
vanzelf ontstaan. Toen dit boek de debuutprijs kreeg van het Zweedse
misdaadgenootschap werd pas goed duidelijk dat hij een misdaadroman
had geschreven. Kjell Eriksson vindt dat je ook in een misdaadroman
iets kwijt kunt over de samenleving, dat is de overeenkomst met
de 'gewone' romans die hij schreef. Een recensent schreef ooit dat
er in de boeken van Eriksson weinig Armani-pakken voorkomen, daarentegen
wel veel kleren voor het 'gewone volk'. Die recensie sprak hem erg
aan. Hij vindt van zijn schrijfstijl dat hij ongeveer schrijft zoals
hij praat.
In 2002 kreeg Eriksson een belangrijke Zweedse prijs voor 'De stenen
kist.' Dit is zijn derde misdaadroman waarin Ann Lindell en haar
vriend Edvard Risberg de hoofrollen spelen. Het is het eerste boek
dat in Nederlandse vertaling is verschenen. Ook in andere landen,
zoals Duitsland, is dit het geval. Eriksson vindt dit wel jammer,
hoewel hij het begrijpt. Dit vanwege het feit dat hij in de twee
voorgaande boeken de achtergrond en de context van het duo beschreven.
Evenals de introductie van de karakters en de omgeving waarin Ann
werkzaam is.
Kjell Eriksson vindt Ann Lindell een hele gewone Zweedse vrouw.
Ze is bij de politie gegaan omdat ze onrechtvaardigheid haat. Dat
was haar drijfveer. Ze is tussen 35 en 40 jaar, ze mag haar leidinggevende
wel en ze heeft privé-problemen zoals de meeste mensen. 'Dus
nogal normaal', aldus Eriksson.
Hij vindt zichzelf geen 'bewuste' schrijver. Hij begint en komt
dan ergens uit. Hij heeft niet echt een vooropgezet plan. Zijn uitgever
heeft het daar wel eens moeilijk mee, aldus Eriksson.
Hij bewondert de schrijvers: Sven Delblanc, Kerstin Ekman und Torgny
Lindgren Zij vertegenwoorigen een realistische verteltraditie.
Eriksson heeft vanuit zijn achtergrond als tuinier een bijzondere
interesse voor het landschap en de natuur. De natuur is voor hem
een grote inspiratiebron. Vooral de rust en de stilte geven hem
kracht. Hij begrijpt mensen niet die in het bos wandelen en dan
niet weten dat een bepaalde boom een linde is. Uit de natuur haalt
hij veel inspiratie. Misschien is het voor hem zelfs wel de essentie
van het bestaan.
Zijn boeken verkopen goed in Zweden. Er zijn vertalingen verschenen
in Nederland, Duitsland, Finland, Denemarken en de VS. Zijn leven
is hierdoor veranderd, zijn agenda is vol, maar hij heeft ook nog
steeds zijn tuiniersbedrijf. Als het hem allemaal te veel wordt,
trekt hij zich terug en verricht zware lichamelijke arbeid. Kjell
Eriksson is de vader van vijf dochters en een zoon.
(Bron: interviews bij Schwedenkrimi.
|
|