Schone handen, zo heet het jongste boek van René Appel. Het is zijn twintigste misdaadroman in twintig jaar. Een soort van jubileum. |
René Appel is de grondlegger van de psychologische misdaadroman in Nederland. Hij is een bewonderaar van onder andere Ruth Rendell en Patricia Highsmith, grote namen binnen dit genre. Een slechterik moet niet te slecht zijn Als ik goed heb geteld, heb je 20 misdaadromans geschreven. Dan tel ik Als broer en zus – het geschenkboek ter ere van de maand van het spannende boek 2005 mee. Klopt dat? Je eerste boek was Handicap en dateert uit 1987. Dit betekent dat je 20 jaar geleden je eerste misdaadroman publiceerde. 2007 is dus in dat opzicht een heugelijk jaar!
Voor mij was het een ontdekking dat een Nederlander dit type boeken kon schrijven. Vind je zelf ook dat je de pionier was binnen het genre ‘psychologische misdaadroman’ in Nederland? Rinus Ferdinandusse zei eens over een van jouw boeken : 'Mooie experimenten met de simpele, kalme gruwel van de doorzonwoningmisdaad, waarin Appel een grootmeester is geworden.' Kun je je vinden in de benaming ‘doorzonwoningmisdaad’? Je noemt altijd Ruth Rendell als het gaat over een schrijver die je geïnspireerd heeft en die je bewondert. Op je website geef je uitvoerig aan waarom je haar werk zo hoogacht. Zie je ook een ontwikkeling in haar boeken? Vind je de ‘oude’ Rendell nog even sterk als de ‘jonge’. Klopt het dat je de betiteling psychologische misdaadroman prefereert boven literaire misdaadroman als het over jouw boeken gaat? De laatste jaren zijn er enorm veel Nederlandstalige schrijvers bijgekomen die misdaadromans schrijven. Wat vind jij van deze ontwikkeling? Wat vind je de positieve en wat vind je negatieve kanten? Heel goed, die toename van Nederlandse misdaadauteurs, ook omdat een brede basis ook goed is voor de verdere ontwikkeling van echte talenten. Een mogelijk nadeel is wel dat er te veel verschijnt, dus niet rijp en groen, maar soms vooral groen. Een aantal jaren geleden zat ik in de jury voor de Schaduwprijs die wordt toegekend aan het beste Nederlandstalige thrillerdebuut, en ik schrok af en toe van het lage niveau. Misschien denken uitgevers wel: Nederlandse thrillers doen het goed, dus laat ik het met dit boek ook maar eens proberen. Dat is een slecht uitgangspunt, waardoor juist een negatieve houding tegenover Nederlandse thrillers kan ontstaan. Ook de serieuze auteurs, die gewoonlijk kwaliteit leveren, kunnen daar last van krijgen. Over naar jouw jongste boek 'Schone handen'. Hoofdpersonen zijn Eddie, die in de wereld van de drugs is beland, en Sylvia, zijn vrouw, die wil ontsnappen uit die wereld. Hoe kwam je aan het thema van dit boek en hoe lang heb je aan 'Schone handen' geschreven? Het thema zat al een tijdje in mijn hoofd. Ik kwam erop na een (mislukte) aanslag op Cor van Hout. Ik meen dat zijn zoontje toen bij hem in de auto zat. Ik vroeg me af wat zijn vrouw daarvan zou denken (dat was overigens de zus van Willem Holleeder), en ik trok dat door naar een meer algemeen punt. Wat vinden vrouwen van criminelen over de manier waarop ze leven, de wijze waarop hun echtgenoten (veel) geld verdienen. Wat zeggen ze tegen de kinderen als die vragen wat papa doet? Wat zeggen die kinderen weer op school tegen klasgenoten. Nu zou een vrouw als die van Cor van Hout niet snel ‘uit het wereldje stappen’, maar ik bedacht een personage die dat wel wilde gaan doen, zeker na een aantal zeer bedreigende en confronterende incidenten. Het knappe vond ik dat Eddie, die een crimineel is, niet alleen maar afgeschilderd wordt als boef, maar ook innemende kanten heeft. Ik neem aan dat je deze nuance in een karakter met opzet inbouwt. Soms in een eerste fase van het schrijfproces gebeurt het dat ik een ‘slechterik’ ook echt slecht maak, misschien te slecht, maar al snel herstel ik mezelf dan. De lezer moet als het ware ook met Eddie mee kunnen gaan, hem op z’n minst kunnen begrijpen (zonder echt begrip te hebben voor de dingen die hij doet), en dat lukt het beste als hij ook wat sympathieke kanten heeft. Ik heb geprobeerd om hem ook ad rem te maken, een soort Amsterdamse branie, een af en toe grappige bluffer (vergelijk Holleeder voor de rechtbank), die af en toe ook een beetje slachtoffer is, bijvoorbeeld van het gedrag van zijn minnares. Wat vind je het moeilijkste aan het schrijven van een psychologische misdaadroman? Alles is het moeilijkste! Nee, serieus, ik kan niet echt Het Moeilijkste aanwijzen. Ik begin met de karakters en het conflict waarin ze verzeild zijn geraakt of de problemen waar ze zichzelf in hebben gebracht. Dat is op zich niet moeilijk, maar vergt wel veel denkwerk. De research is soms lastig, maar niet echt overdreven moeilijk. Dan ga ik schrijven. Het begin gaat meestal redelijk vlot, maar soms zit het grootste probleem in het middenstuk (ook het moment waarop veel boeken ‘inzakken’; niet die van mij, natuurlijk! – grapje). Als je vast komt te zitten in het middenstuk, als je nieuwe dynamiek in het verhaal wilt brengen, maar je weet niet hoe of waarmee, dat is in principe het moeilijkste onderdeel. Het slot kan natuurlijk ook voor veel hoofdbrekens zorgen, maar meestal dient zich dat al schrijvende aan. Ik heb vaker gelezen dat dialogen schrijven erg moeilijk is. Ik vind dat de dialogen in jouw boeken bijzonder helder en duidelijk zijn waardoor de personages gaan leven. Sleutel je veel aan dialogen? Ik sleutel niet erg aan dialogen, maar ik denk dat ik (ook door mijn werk als taalkundige) een goed oor heb voor spreektaal. Als ik dialogen schrijf, prevel ik ze ook voor mezelf uit, om te horen hoe het klinkt, hoe het ‘bekt’. Ik erger me vaak heel erg aan de onnatuurlijkheid van dialogen in andere boeken. Zo praten mensen niet, denk ik dan. Wat mag volgens jou absoluut NIET in een psychologische misdaadroman. Waarom verschijnen je boeken sinds kort bij Ambo Anthos? Na twintig jaar Prometheus/Bert Bakker wilde ik wel eens nagaan of ik nieuwe stimulansen kon vinden bij een andere uitgeverij. Ik wilde zo’n overstap simpelweg wel eens uitproberen. Bovendien heeft Anthos een veel groter fonds op thrillergebied. Daar zit dus meer know how, ook als het gaat om promotie van mijn boeken. Tot nu toe denk ik dan ook dat ik een uitstekende keus heb gemaakt. Zijn er nog schrijvers van misdaadromans die je recent hebt ontdekt? Of een favoriete titel van het afgelopen jaar. Ik heb nauwelijks nieuwe misdaadromans gelezen het afgelopen jaar, wel een aantal oudere, zoals A simple plan (Scott Smith) en Zondag (Georges Simenon). Dat heb ik gedaan met het oog op een boek(je) dat ik heb geschreven voor de ‘Schrijfbibliotheek’ van Uitgeverij Augustus, een reeks boeken over het schrijven, vooral bedoeld voor (beginnende) schrijvers, maar mogelijk ook interessant voor ‘gewone’ lezers. In mijn boek in deze reeks (‘Spanning in verhalen’, verschijnt rond 10 november) bespreek ik welke ingrediënten of factoren een verhaal spannend (kunnen) maken. Met het oog daarop heb ik een aantal boeken geanalyseerd, niet alleen thrillers, maar ook gewone romans. Misschien wil je tot slot nog iets kwijt? Nu Schone Handen net verschenen is, is dit een spannende tijd voor mij. De grote vraag is natuurlijk: hoe wordt het boek ontvangen door critici (tot nu toe lijkt dat positief) en door lezers? |
|