start | boeken | auteur| interview|links| Naar index
Een interview met Peter de Zwaan naar aanleiding van ‘De voeder’.

Hoe kwam je aan het idee voor ‘De voeder’?
Het idee ontstond na het lezen van een artikel over een Feeder.

Hoe lang heb je aan ‘De voeder’ gewerkt? En hoe verliep het schrijven?
Ik heb er meer dan een jaar aan gewerkt. Het schrijven verliep dit keer iets minder vlot omdat ik zo tevreden was over de hoofdpersoon die ik had bedacht (Jeff Meeks) dat ik al snel van plan was meer boeken over hem te schrijven. Het leek me daarom verstandig om hem niet meer achtergrond te geven dan voor ‘De voeder’ nodig was. Dit maakt het mogelijk zijn karakter uit te breiden in volgende boeken. In ‘Duivelsrug’ dat in het voorjaar van 2007 bij De Geus zal verschijnen gebeurt dit ook.

Wie is Jeff Meeks. Zou je een beschrijving kunnen geven van hoe jij deze hoofdpersoon ziet?
Hij is een man die als puber na het overlijden van zijn ouders en enige zus op het slechte pad is geraakt, maar die, door omstandigheden die in ‘De voeder’ zijn beschreven, niet in het gangstermilieu is blijven hangen. Hij is een eenling en zal dat blijven ... al zal hij het in ‘Duivelsrug’ opnemen voor een vrouw die hij als tweede moeder is gaan zien.

Jeff Meeks is je blijkbaar goed bevallen omdat er nog een boek rondom deze hoofdpersoon gaat verschijnen. Is dit de eerste keer dat je een personage een tweede keer opvoert?
Ik heb natuurlijk enkele series kinderboeken geschreven (Marc en Beer, Tigran, Bob Evers) waarin steeds dezelfde hoofdpersonen voorkomen, maar in mijn misdaadromans is Jeff Meeks de eerste die ik een tweede keer opvoer. En een derde keer waarschijnlijk.

Waarom een tweede boek rondom deze hoofdpersoon.
Zoals ik al zei : de figuur beviel me. Een eenling, sterk, zelfstandig, gewend om zijn eigen zaken te regelen, niet (meer) gebonden aan zijn geboorteplaats Denver, typisch iemand met wie ik alle kanten op kan.

Wat is je favoriete personage uit dit boek en waarom?
Naast Meeks is dat Tyee, een scharrelaar die zich laat voorstaan op zijn indiaanse afkomst. Ik hou wel van dit soort kleine bandieten die zich in een grote stad prima weten te handhaven.

‘De Voeder’ is meer een why-dunnit dan een who-dunnit. Ben je dat eens?
Dat klopt wel. Wie iets doet is een stuk minder belangrijk dan de manier waarop en waarom iets wordt gedaan. Ik vind een verhaal dat goed leest en dat goed in elkaar zit boeiender en belangrijker dan een verhaal dat alleen geschreven lijkt omdat iemand een aardig plot heeft bedacht.

Waarom speelt het boek zich af in Amerika. Was Rotterdam geen mooie plek (of Amsterdam of…)??.
Ik vond dat ik in mijn laatste boeken (zoals Hoerenjong) te Nederlands werd. Daar wilde ik grondig mee afrekenen. Bovendien hou ik van de Verenigde Staten. Ik ga er al 20 jaar minstens een keer per jaar naar toe.

In ‘De voeder’ wordt de kogel niet gespaard, het regent doden. Tegelijkertijd weet de lezer dat hier een knipoog bij hoort. Hoort dit bij het genre? Hoort die knipoog ook bij het genre? Ben je soms niet bang dat sommige mensen die knipoog niet begrijpen?
Dat is een misverstand. Het regent beslist geen doden. Ik heb ze niet geteld, maar het zijn er vast geen tien. Stuk of zes, zeven zeg ik op de gok. Misschien lijken het er meer door de manier waarop ik de afrekening van Jeff beschrijf. In dat geval: dank.
Een regen van doden hoort bij geen enkel genre. Knipogen evenmin. Ik pas niet precies in welk genre dan ook en zo hoort het. Schrijvers die precies in een genre passen moeten zich eens afvragen of ze misschien niet wat weinig eigen ideetjes hebben.

In het boek komt een immens dikke vrouw voor. De relatie lijkt op het Feeder-Feedee syndroom. Heb je dit bewust in dit boek ingebracht? Zou je er iets over kunnen vertellen?
Dat is heel bewust gebeurd. Het verschijnsel Feeder is internationaal. Een man kickt erop een vrouw aan zich ondergeschikt te maken door haar vet te mesten, waardoor ze voor de volle 100% van hem afhankelijk is. Er zit vaak een seksueel aspect aan, maar het hoeft niet. Waarom mannen dat willen en vrouwen het toelaten is een zaak voor psychiaters. Maar er zijn meer Feeders dan je zou denken. In de plaats waarin ik woon zijn me, na het verschijnen van 'De voeder', een paar adressen aangedragen.

In interviews geef je aan dat je houdt van hard-boiled thrillers. Wat frappeert je aan dit genre?
Frapperen is een groot woord. Ik hou ervan mensen neer te zetten die vaak grote plannen hebben die ze net niet aankunnen, slechteriken die na verloop van tijd toch iets sympathieks krijgen. Dat soort figuren vind je op straat en niet in de salon. Als er dan ook nog een paar doden vallen komt het ‘hard-boiled’ al snel om de hoek kijken.

Vind je de benaming kloppend (hard-boiled) voor ‘De voeder’?
Ik heb al aangegeven dat ik, gelukkig, niet echt tot een bepaald genre behoor. Na ‘Dietz’ zeiden recensenten dat ik mijn eigen genre had geschapen. Omdat dit genre dichter bij de ‘hard-boiled’ boeken ligt dan bij het salonwerk van, pakweg, Agatha Christie, wordt die term nogal snel gebruikt.

Kun je in een dergelijk boek psychologische verdieping kwijt? Is dit te combineren met dit genre? Ken je auteurs die dit verdienstelijk doen?
Je kunt in elk boek alles kwijt wat je wilt. Je moet alleen niet alles willen. Ik kan niet goed tegen boeken waarin mensen eerst drie pagina’s nadenken/tobben en dan een kwart pagina iets gaan doen. Zelf overkomt me dat nooit. Of denk ik nu te weinig?

Je hebt erg veel boeken geschreven en blijkbaar weet je je telkens weer te vernieuwen. Wat drijft je?
Schrijven is het enige wat ik kan. En het enige wat ik doe. Ik heb een hekel aan boeken die lijken op boeken die er al zijn, dus vernieuwen is een noodzaak. En bovendien is het bijzonder leuk om iets nieuws te bedenken, want vergeet niet: schrijven is rotwerk, maar bedenken is geweldig.

Met dank aan Peter de Zwaan - 2 oktober 2006