Conor Fitzgerald - Bloedhond (2011) **** (vertaling: Bert Meelker)

Pindakaas

Rome: In deze Italiaanse stad vol corruptie gaan recht en rechtvaardigheid niet altijd hand in hand. Als op een bloedhete zomerdag de dierenrechtenactivist Arturo Clemente in zijn appartement dood wordt aangetroffen, krijgt commissaris Alec Blume opdracht deze moord te onderzoeken. Op het eerste gezicht lijkt de afschuwelijke moord amateuristisch en simpel, maar al snel verandert de zaak. Natuurlijk – we zijn immers in Italië, waar corruptie en maffia nooit ver om de hoek liggen.

Zo ook in Bloedhond: Arturo Clemente was dan wel getrouwd met een vooraanstaand politica, dat weerhield hem er niet van een affaire te hebben met de dochter van een maffiabaas. Alec Blume ligt dan ook danig onder vuur; een snelle, stille oplossing is gewenst. Blume, echter, krijgt het gevoel dat er meer aan de hand is; wil zijn baas zich indekken, of probeert Clemente’s vrouw haar politieke carrière koste wat kost te redden?

Bloedhond opent met de uitvoering van de gewelddadige, gruwelijke moord. Eigenlijk een beeldende inconsistentie met de rest van het boek. Fitzgerald lijkt wel vaker moeite te hebben de lijn in het verhaal vast te houden. Van de hard-boiled thriller in de opening, naar de politieke corruptie, georganiseerde misdaad (het een sluit het ander niet perse uit), een gefrustreerde eenling, vlugge romances en…pindakaas. De Amerikaanse expat Blume volgt sporen die alleen in zijn eigen hoofd duidelijk zijn; een gestolen pot pindakaas, onbekend voor de Italianen, wijst hem naar een verdachte, maar de lezer kijkt toch wat onbeholpen toe.

The dogs of Rome – zoals de originele titel luidt –  zijn niet die kleine, keffende hondjes waar iedere Romein van houdt, maar wrede – of beter gezegd - wreed gemaakte – honden. Hondengevechten zijn – helaas – een vermaak voor enkelen, maar – gelukkig – ook een wreed gebeuren waar tegen gevochten wordt. Door Arturo Clemente bijvoorbeeld, maar ook Conor Fitzgerald schrijft een scherpe aanklacht en geeft Bloedhond bovendien een maatschappelijk tintje.

Lezers op zoek naar de Italiaanse sferen beginnen liever in een Donna Leon, de Brit Fitzgerald gebruikt het Romeinse decor voor een Amerikaanse speurder en zijn eigen Britse achtergrond.
Bloedhond krijgt zo een internationale flair over zich, eerder te vergelijken met Michael Dibdins Aurelio Zen-boeken. Alec Blume is een man die ondanks Fitzgeralds verhaal- en karaktertechnische minpuntjes voldoende boeit en rechtvaardig is, ook voor een nieuwe zaak.