Anrne Dahl - Requiem 2011) ***** (vertaling: Ydelet Westra)

Vernieuwende en fascinerende Dahl

Requiem is het zevende uit een reeks van tien boeken verhalend over het A-Team – de speciale eenheid van de rijksrecherche voor geweldsdelicten van internationale aard –  van de Zweedse politie. En weer houdt Dahl de lezer tot de laatste bladzijde in zijn greep, maar weet zich ook tegelijkertijd weer te vernieuwen. Deze keer door een plotlijntje uit de Tweede Wereldoorlog te laten lopen – de dagboekaantekeningen van een dienstplichtige Duitse scheikundige – en het boek op te zetten als een on-Zweedse spionagethriller.

Donderdag 20 maart: Tegen de achtergrond van het losbarstende geweld in Irak vindt in een Stockholmse bank een gijzelingsdrama plaats. Als dit eindigt met een Hollywood-jaloersmakende twist, heeft de lezer zich 157 bladzijden lang nog geen seconde verveeld. En voor het A-team is het duidelijk dat er iets niet klopt: wat willen de gijzelnemers eigenlijk écht? En wie is die man met de moedervlek in de vorm van Jutland die op de camerabeelden in de bank verschijnt? Arne Dahl schept er een duivels genoegen in bij de lezer tegen een maatschappelijke en actuele achtergrond, vele belangrijke maar ook triviale vragen op te roepen.

“De avondrapporten van de gesprekken die die dag op verschillende plaatsen in de stad waren gevoerd. Een tamelijk gestandaardiseerde, formele taal, onmiskenbare rapporttaal en tegelijkertijd allemaal verschillende stijlen en soorten. Arto Söderstedts glasheldere en licht ironische stijl, Jorge Chavez’ energieke, beetje praterige stijl, Sara Svenhagens uitmuntende precisie. En dan ineens Paul Hjelms doordachte vanzelfsprekendheid.”

Arne Dahl diept zijn personages met ieder boek verder uit, waardoor in Requiem een psychologisch doorgronde en geloofwaardige groep speurders met een eigen leven en eigen problemen ten tonele komt. Met ieder een eigen stem, en een eigen stijl. Zo ook Arne Dahl zelf. Met zijn kenmerkende complexe verhalen – elke zaak is voor Dahl als een labyrinth - , een verzameling, schijnbaar op zich zelf staande, misdaden, of plotlijnen, die langs een leidmotief ingenieus verbonden worden – en verteld met een lichte ironie en subtiele humor, splijt hij het lezerspubliek in twee kemphanen: zij die de voormalig literair criticus adoreren, en zij die hem vergruizen, haast haten. De adorerende lezer heeft met Requiem weer een vernieuwende en fascinerende Dahl in handen.

“Requiem æternam dona eis, Domine; et lux perpetua luceat eis.
Geef hen eeuwige rust, Heer; en moge het voortdurende licht op hen schijnen.”