Twitter Facebook Gastenboek

Kjell Eriksson

Een interview met deze Zweedse schrijver. Door Ronald de Jong

En dat is tien

Door : Ronald de Jong

Kjell Eriksson kan worden toegevoegd aan het lijstje Zweedse schrijvers die er voor gekozen hebben om hun serie misdaadromans te beperken tot tien.
Eriksson begon in 1999 met Den upplyste stigen waarin hij zijn vaste hoofdpersoon Ann Lindell introduceert en waarvoor hij de prijs ontving van het beste misdaadromandebuut.
Tien jaar later besluit hij om de serie af te sluiten met het boek Öppen grav. Naast de prijs voor beste debuut ontvangt hij in 2002 voor De dode in de sneeuw de prijs voor de beste Zweedse misdaadroman. Naar aanleiding van zijn in Nederland verschenen boek Zwarte leugens, rood bloed, deel negen uit de reeks, neemt Misdaadromans.nl contact op met deze maatschappelijk betrokken auteur om hem wat vragen voor te leggen over zijn geboortestad Uppala, over het genre misdaadromans, het Zweedse exportsucces en zijn relatie met Ann Lindell.

Het interview verloopt via de mail, en de internationaal gerenommeerde schrijver geeft aan dat hij gestrest is, want er moet veel gebeuren terwijl hij op weg is naar een beurs in het Franse Pau waar hij acte de présence geeft samen met Maj Sjöwall en Johan Theorin.

Kjell Eriksson antwoordt dat hij nooit de intentie heeft gehad om misdaadromans te schrijven. Wat begon met een kort verhaal in een vakbondstijdschrift werd uitgebouwd tot een eerste misdaadroman. In het korte verhaal werd beschreven hoe Edvard Risberg tijdens het paddenstoelplukken in het bos stuit op het lichaam van een dode man. Er werd niet ingegaan op wie de dode was, waarom hij was gedood en hoe. Natuurlijk moest in het boek bij deze vondst de politie worden betrokken, daarom werd  in het tweede hoofdstuk rechercheur Ann Lindell geïntroduceerd. Beide personages trekken elkaar aan en starten een relatie die zich in de eerste twee boeken, die niet in vertaling zijn verschenen, verder ontwikkelt.

‘Pas nadat ik van de misdaadacademie de prijs voor beste debuut ontving, werd ik me bewust dat mijn boek een misdaadroman was geworden.’
Een spontane schrijver noemt Eriksson zichzelf: ‘Ik begin met een onderwerp, nog zonder een idee te hebben van het plot. Vervolgens werk ik het idee uit en geef het vorm. Voorzien van een gezonde dosis nieuwsgierigheid en sociale betrokkenheid worden op deze manier in de serie misdaadromans verschillende maatschappelijke thema’s verder uitgewerkt.

De misdaadroman is het genre dat zich bij uitstek leent om misstanden in de samenleving aan de orde te stellen en zich te verdiepen in de waarom-vraag.
Mijn belangstelling als schrijver gaat niet zozeer uit naar het geweld in de misdaadroman, maar juist naar de drijfveer van de dader en de impact op het slachtoffer. Tegenstellingen boeien me zoals deze bijvoorbeeld naar boven komen tussen de arbeiders en de academici in mijn eigen geboorteplaats Uppsala, maar ook bij de culturele verschillen tussen verschillende bevolkingsgroepen. Zo kon ik een deel van mijn eigen verleden verwerken in het boek Dode in de sneeuw, dat zich afspeelt in de wijk waar ik ben geboren en opgegroeid. Personages zijn vormgegeven en sterk beïnvloed door de bewoners die ik ken uit  mijn jeugd.

Door mijn reizen heb ik de mogelijkheid gehad om mijn horizon te verbreden en dat laat ik ook terugkomen in mijn verhalen. Mijn reiservaringen uit Mexico komen terug in het boek De man uit de bergen, en Brazilië speelt een belangrijke rol in het boek Zwarte leugens, rood bloed. Het schrijven over de ‘nieuwe Zweden’ en de problematiek van een multiculturele samenleving blijft boeiend.
Met Brazilië heb ik  een speciale band. Ik geef de voorkeur aan warm weer en schrijf in de winterperiode. Deze combinatie heeft ertoe geleid dat ik ben gaan schrijven in Bahia tijdens de koude Zweedse winter. Brazilië geeft me een bredere kijk op de wereld, die natuurlijk groter is dan Uppsala.

De belangstelling voor Zweden is groot, merk ik bij mijn lezingen en boekpresentaties in het buitenland. Wat gebeurt er met het land aan de noordelijke rand van Europa dat op sociaal vlak experimenteerde met een model dat hing tussen kapitalisme en socialisme en waar meer dan veertig jaar de sociaaldemocraten aan de macht waren. Een land met sterke en actieve vakbonden waar ik jarenlang zelf bij betrokken was. Met een buitenlandpolitiek die zich sterk maakte voor kleine landen die vochten voor vrijheid en onafhankelijkheid. Een welvaartsmodel dat nu in hoog tempo lijkt te worden afgebroken door de ontmanteling van de sociale zorg, het privatiseren van scholen, medische instellingen en kinderopvang. Voldoende onderwerpen dus om te verwerken in kritische observaties van deze omwenteling in de samenleving. Een traditie in de Zweedse misdaadromans die natuurlijk zo oud is als de boeken van het duo Sjöwall & Wahlöö. En die ook wordt voortgezet in het werk van veel van mijn collega’s.

Grootgebracht in een arbeidersmilieu waar niet veel werd gelezen. Werkte mijn vader bij de spoorwegen en was mijn moeder een sterke werkende vrouw die veel te vroeg overleed. Mijn grootmoeder vertelde veel verhalen en na twee romans waarin bijna alle personages mannen waren, besloot ik om vanuit een vrouwelijk perspectief te gaan schrijven. In mijn misdaadromans heb ik een groot aantal verschillende vrouwen geportretteerd.

De manier waarop voormalig vakbondsman en tuinder Kjell Eriksson zijn omgeving beschrijft, heeft veel oog voor de details uit de natuur en gebeurt vaak vanuit het perspectief van de hardwerkende arbeiders volgens een realistische traditie zoals die ook wordt gehanteerd door zijn schrijvende landgenoten Torgny Lindgren en Kerstin Ekman. Schrijvers waar Eriksson zelf veel bewondering voor heeft en die beiden ook worden uitgebracht door uitgeverij De Geus.
 
Doordat er ieder jaar in Zweden een grote hoeveelheid misdaadromans verschijnen zie je ook een verschuiving van een focus op de samenleving naar focus op het individu. Je ziet dat de speurder, of dat nu een politieman is of niet, in verhouding steeds meer aandacht krijgt ten opzichte van het onderzoek zelf. Het personage wordt steeds breder neergezet met alle relationele aspecten die hierbij komen kijken. Mijn eigen Ann Lindell heeft natuurlijk ook een privé-leven, maar persoonlijk ligt mijn eigen belangstelling meer op het vlak van haar werkomgeving. Haar privé-leven gebruik ik daarom vaker als spiegel waarin ik de parallel of juist het contrast met andere personages zoals de dader of de slachtoffers kan laten zien.

Lindell is een goede vriendin geworden en gezamenlijk onderzoeken we ons verleden, lopen we door onze stad Uppsala, praten met mensen en stellen ons open voor nieuwe culturen en tradities. En omdat de wereld groter is dan Uppsala, reisden we samen de aardbol rond en was deze samenwerking soms vreemd, maar vaak ook prachtig. Wat opvalt is dat onze stad dezelfde blijft en dat tegenstellingen in de samenleving blijven bestaan, alleen de ‘spelers’ veranderen.

Na tien boeken vond ik dat het zo wel mooi was, en afgelopen september nam ik afscheid van Ann Lindell in het laatste boek Öppen grav. Wellicht kom ik haar weer tegen ergens in de straten van Uppsala en als er iets interessants te melden is, laat ik dat jullie misschien weten…

Ann Lindel reeks:

1999 – Den upplysta stigen
2000 – Jorden må rämna
2001 – Stenkistan = De stenen kist (2003)
2002 – Prinsessan av Burundi = De dode in de sneeuw (2005)
2003 – Nattskärran =Nachtzwaluw (2006)
2004 – Nattens grymma stjärnor = De wrede sterren van de nacht (2007)
2005 – Mannen från bergen =De man uit de bergen (2008)
2007 – Den hand som skälver
2008 - Svarta lögner, rött blod = Zwarte leugens, rood bloed (2010)
2009 - Öppen grav