naar start | a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | r | s | t | u | v | w | x | y | z  
Lustrum (2009) : Robert Harris ****

Door Harris herleeft geschiedenis

Heel wat kinderen hebben een hekel aan geschiedenis. Dat is jammer, omdat geschiedenis het vak bij uitstek is om kinderen een kritische blik aan te leren, en ook omdat mag gehoopt worden dat we iets opsteken van fouten uit het verleden. Gelukkig zijn er schrijvers als Robert Harris. Als geen ander slaagt hij erin om handen en voeten te geven aan wat voorbij is. Hij debuteerde met de what-if thriller Vaderland over het naoorlogse Duitsland waar Hitler nog steeds aan de macht is. Niet zo lang geleden baarde hij opzien met Geest, een boek dat refereert aan het premierschap van Tony Blair en dat ervoor zorgde dat Harris niet langer welkom was in Downing Street 10. Bijna nog indrukwekkender is zijn trilogie rond advocaat, redenaar, filosoof en staatsman Cicero, waarvan nu, met Lustrum, het tweede deel verscheen.

Lustrum gaat verder waar Imperium eindigde, “maar”, betoogt Harris in de ‘Noot van de auteur’ in het begin van Lustrum, “(het is) niet nodig het eerste boek te lezen voor het andere ter hand kan worden genomen.” Ondanks deze woorden van Harris zelf had ik vooral in het begin van Lustrum toch het gevoel dat wat extra achtergrondinformatie welkom geweest was. Cicero begint in dit boek aan zijn jaar als consul, het hoogste politieke ambt van de Romeinse republiek. Op weg naar de macht maakte hij vrienden en vijanden. Een overzichtje van de partijen zou handig geweest zijn, hoewel niet onontbeerlijk. Harris komt namelijk zijn andere gelofte na - “Dit is een roman, geen geschiedkundig werk, en waar de eisen van die twee met elkaar in botsing zijn gekomen, heb ik zonder enige aarzeling gekozen voor de eerste benadering” – en laat zijn verteller voldoende uitleg geven. Die verteller is Tiro, een slaaf uit de familie van Cicero en Cicero’s privésecretaris. Hij vertelt zijn verhaal jaren na de feiten, als hij een vrij man is, en oud genoeg om niet meer bang te zijn voor regeringsspionnen. Tiro probeert vooral de feiten zo waarheidsgetrouw mogelijk weer te geven, maar bezondigt zich af en toe ook wel eens aan een persoonlijke commentaar die voor heerlijke humoristische momenten in het boek zorgen. Zo vertelt hij bijvoorbeeld dat Cicero, nadat hij een complot tegen de Republiek verijdelde, naast zijn schoenen ging lopen en in plaats van complimenten bescheiden naast zich neer te leggen, begon hij ze zelf nog aan te dikken. Tiro noemt Cicero daar een oude zeur, en het is prachtig om dergelijke woorden uit de pen van de toegewijde secretaris te zien vloeien. Tiro is ook in staat om commentaar te geven op beslissingen van Cicero. Vaak wijst de toekomst uit of iets een goede of een slechte beslissing was, en Tiro weet intussen wat de toekomst bracht.

Samen met het verhaal van Cicero wordt ook het verhaal van veldheer Pompeius en opkomend politicus Julius Caesar verteld. In het Rome van de eerste eeuw voor Christus waren politieke kuiperijen schering en inslag. Cicero dacht dat hij Caesar versloeg, maar ook zonder veel achtergrondkennis weten we dat hij zich ernstig vergist. In Lustrum zijn we getuigen van de machinaties van de macht en daardoor is dit een ongewoon boeiend en zeer actueel boek.