Nachtschade (2002) Karin Slaughter
** |
Teleurstellend
“Als je een thriller
zoekt waarin de spanning geen moment afneemt en waarin het vooral
moet gaan om de personages, dan moet je dit boek lezen.” Deze
uitspraak van George Pelecanos staat op de twee eerste delen van
de Sara Lintontrilogie en om hoge verwachtingen te scheppen kan
zo’n citaat tellen.
Jammer genoeg vind ik dat
deze verwachtingen niet ingelost worden. Als je als lezer vooral
geïnteresseerd zou zijn in personages, dan kom je bedrogen
uit want er worden niet-consistente typetjes neergezet (vergeet
de “levensechte personages” van de achterflap). Helaas
doorbreken hun gesprekken de spanning regelmatig, waardoor dus ook
het andere deel van de belofte ongedaan gemaakt wordt. Het meest
storend echter vond ik dat ik op verschillende plaatsen het gevoel
kreeg dat het boek "qua psychologisch inzicht" niet klopte.
Eén voorbeeldje: rechercheur Lena heeft een moeilijke jeugd
achter de rug, waarvoor ze een deel van de schuld bij haar oom legt,
die ze in haar volwassen leven dus ook zoveel mogelijk ontwijkt.
Dan kan je op pagina 389 lezen, nadat Lena een zeer traumatische
ervaring opliep “… Lena (wilde) met niemand praten,
zelfs niet met haar oom Hank.” Allicht niet!
'Nachtschade' is Slaughters debuut, en ik vind het wat groen. Ik
hoop dat ze in de volgende delen gegroeid is. |
Zoenoffer (2003) Karin Slaughter ***
Vlot
verhaal, ongeloofwaardige personages
Hooggespannen
verwachtingen vergroten de kans op een teleurstelling. Die bleef
niet uit toen ik een tijd geleden 'Nachtschade' las, het eerste
deel van de Sara Lintontrilogie. Mijn desillusie was des te pijnlijker
omdat ik in mijn aanvankelijke euforie niet wachtte tot ik de volgende
twee delen uit de bib kon ontlenen.
Als 'Zoenoffer'
en 'Een lichte koude huivering' al niet in mijn eigen boekenkast
stonden te pronken, dan denk ik niet dat ik ooit nog een Slaughter
ter hand genomen had. Ik moet dus niet vertellen dat mijn verwachtingen
flink bijgesteld waren toen ik aan 'Zoenoffer' begon.
Maar… voor ik het goed en wel besefte was ik de kaap van de
eerste tachtig bladzijden voorbij. Het boek leest als een trein
en blijft spannend tot het eind. Er zitten enkele knappe beschrijvingen
en passages in, ik denk dan vooral aan het moment waarop de verbazing
van rechercheur Lena zo uit het boek op je valt, omdat je op dat
moment zelf even verbaasd bent (ik verklap niks, vergeef me dit
warrig gebral).
Ik vind het mooi dat Slaughter haar personages laat groeien. Lena
en haar oom Hank zijn daar wat mij betreft de beste voorbeelden
van. Maar opnieuw “geloof” ik niet in haar personages.
Ze doen op bepaalde momenten dingen die absoluut niet bij hen passen.
Bijvoorbeeld. Jeffrey Tolliver, ex van Sara Linton, schiet een dertienjarig
meisje dood.
In zijn verwarring en verbijstering na deze daad, zoekt en vindt
hij troost bij Sara. Om dan een dag later vol wrok te zijn over
zijn slechte prestatie in bed en feit dat haar harige benen daar
wat mee te maken zouden hebben. Of Lena, de intelligente rechercheur,
die zichzelf na een vrijblijvende babbel wijsmaakt dat ze nu “een
paar stevige aanwijzingen” in handen heeft. Dat soort miskleunen
halen voor mij de glans er wat af.
Toch vind ik
'Zoenoffer' beter dan 'Nachtschade', én ben ik zelfs zo ver
dat ik zin heb om 'Een lichte koude huivering' te gaan lezen. Mijn
euforische aanschaf was dus toch niet helemaal weggegooid geld. |
Een lichte koude huivering (2003) Karin
Slaughter **
Hoog ketchupgehalte
Karin Slaughter heeft met
de Sara Linton-trilogie een hele schare fans gekregen. Jammer
voor hen bestaat een trilogie slechts uit drie delen. De enge
verhalen uit Grant County stoppen definitief met 'Een lichte koude
huivering'.
Ik ben daar niet rouwig
om. Bij haar debuut, 'Nachtschade', wou ik haar graag nog wat
krediet geven. 'Zoenoffer' was effectief een beter boek. In 'Een
lichte koude huivering' hervalt Slaughter terug in onnauwkeurigheden
waardoor ze de geloofwaardigheid van het verhaal ondermijnt.
Twee boeken lang lees ik
dat kinderarts Sara in een opwelling een BMW Z3 kocht en daar
bijna onmiddellijk spijt van had: het ding was veel te opzichtig
voor Grant County. In 'Een lichte koude huivering' deed ze die
sportkar eindelijk van de hand. Ik was blij in haar plaats, en
verwachtte te zullen lezen dat ze iets minder extravagants kocht
om er minder in op te vallen. Maar nee! De enige reden van de
nieuwe wagen is dat er nu een kinderzitje in kan.
Een jaar geleden werd Lena gruwelijk verkracht. Haar baas Jeffrey
had daarna de aandrang om haar op te sluiten en te beschermen
tegen iedereen die haar kwaad wou doen. Sympathiek van Jeffrey.
'Een lichte koude huivering' maakt een kleine tijdsprong en plots
is Lena omwille van haar “onbetrouwbaarheid” ontslagen.
Ik merkte daar in de vorige boeken niets van, maar wil hier grif
toegeven dat het kan liggen aan onoplettendheid. Maar dat de sympathie
van Jeffrey nu plots is omgeslagen in haat vind ik onwaarschijnlijk.
Waar is oom Hank trouwens gebleven? Het zijn misschien maar details,
maar dan toch details die niet stroken met de gecreëerde
werkelijkheid uit de vorige boeken. Als Slaughter een stevig verhaal
had geschreven, met een goede plot, dan zou ik haar deze slippertjes
nog kunnen vergeven. Helaas. Ook hier schort het aan in dit boek.
Als je na de laatste pagina
op een rijtje zet wat er allemaal gebeurd is en waarom, dan hou
je een flinterdun scenario over. Om daar 425 pagina’s mee
te vullen, is er maar één techniek: het uitmelken.
Het ellenlange gekibbel tussen Jeffrey en Sara, de langdurig boze
papa, op de valreep nog een oude liefdesrelatie die even opgepoetst
wordt … en vooral de uitgesponnen beschrijvingen van allerhande
verwondingen. Waarom gaat Slaughter daar zo ver in? Ik denk dat
ze wil chocqueren, wil laten nadenken over geweld in ’t
algemeen en tegen vrouwen in het bijzonder. Bij mij lukt het niet.
Trop is te veel. En net als in de slechtere film welt er bij het
lezen van alle onsmakelijke details geen wezenlijkere gedachte
op dan “hoog ketchupgehalte”.
In haar dankbetuiging schrijft ze dat ze van drie deskundigen
de hulp kreeg om “de medische passages zo dicht bij de werkelijkheid
te houden als bij fictie maar mogelijk is”. Ik verdenk haar
er stiekem van dat ze deze drie mensen flink heeft moeten betalen.
Daarna nam ze écht alles wat ze haar verteld hebben op
in het boek! Niet dat het helemaal overbodig was: ik weet nu tenminste
wat een frenumladder is. |
|