Bangkok 8 is een vreemd boek. Het heeft een slap koordje als ruggengraat.
Daar bedoel ik mee dat de plot rechtlijnig is, weinig vaart heeft
en ook nog erg kort is. Toch stoort dat slappe koordje niet. Burdett
hing er een hoop leuke pompons en belletjes aan.
Het resultaat is een grappig, onderhoudend verhaal. Het wordt uitsluitend
verteld door inspecteur Sonchai Jitpleecheep. Deze man is er met
zijn vriend en collega getuige van dat een Amerikaans marinier in
zijn eigen Mercedes gedood wordt door een python en een nest cobra’s.
Bij de poging de Amerikaan te redden, loopt Sonchais vriend een
fatale slangenbeet op. Sonchai zweert de moordenaar (diegene die
die beesten in de auto stopte) te vinden en zijn vriend te wreken.
Maar… daar is geen haast bij. Eerst wordt Sonchai ontboden
op de Amerikaanse ambassade. Daar loopt hij met een vrouwelijke
bewakingsagente naar binnen en vertelt hij de lezer: “Katherine
White is zich er genadig niet van bewust dat ze me ooit heeft vergezeld
over een binnenplaats van schokkend gelijke afmetingen, duizenden
jaren geleden. Mijn Egyptische incarnatie is de verste die ik terug
heb kunnen zoeken naar mijn oorsprong. Een priester die zijn macht
misbruikt, betaalt de hoogste karmische prijs. Ik heb drieduizend
jaar in steen gevangengezeten, voor ik er weer uitkwam als de allerellendigste
slaaf in Byzantium.” Huh? Meent ie dat nu? Maar inderdaad:
Sonchai blijkt een overtuigd boeddhist die regelmatig mediteert
en door zijn huidige leven probeert zijn volgende te verbeteren.
Ik haalde al meteen een portie scepsis boven. Het leuke is dat Sonchai
wat later moet samenwerken met een FBI-agente. Die dame in kwestie
is net zo terughoudend ten opzichte van de incarnatieverhalen als
ik.
Haar houding levert schitterende oost-west-dialogen op met Sonchai.
Tot ze ergens stelt dat iedereen dom is buiten zijn eigen referentiekader.
Met dat zinnetje zette Burdett mij mooi aan het denken en was ik
alweer blij dat ik me nog niet overgaf aan het westers superioriteitsgevoel.
Het verhaal kabbelt verder. De dode Amerikaan bleek idolaat van
jade. Daarvoor onderhield hij contact met een juwelier die regelmatig
te gast is op het Witte Huis. Helemaal onbesproken is die man niet.
Het is ook vreemd dat de marinier zijn prachtige vriendin verzweeg
voor zijn broer. Intussen is daar nog steeds het raadsel van de
slangen. Misschien kan een dierenarts van een krokodillenboerderij
vertellen waarom een python en een nest cobra’s tegelijkertijd
wild worden. Dus tuffen Sonchai en de agente rustig naar die boerderij.
Tijdens de rit mijmert Sonchai over zijn jeugd. Hoe hij in het kielzog
van zijn moeder, een prostituee, de wereld afschuimde om tijdelijk
een onderkomen te vinden bij haar minnaars. Hij moet trouwens dringend
nog eens langs bij zijn moeder. De komst van Viagra heeft haar op
een lumineus idee gebracht: een bordeel voor senioren. Hoewel ze
'The Old Man’s Club' geen bordeel zou willen noemen, maar
wel 'libidotherapie voor ouderen'. Mooi toch?
Een spannend boek
waar je rustig van wordt.
Zen voor de detective- en thrillerliefhebber
en een prachtige prestatie van Burdett.
|