Meesterlijk boek
'De zwarte Dahlia' dat nu
in de winkel ligt, heeft een rokende Scarlett Johansson en een donkerkijkende
Josh Hartnett op de cover. Dat heeft alles te maken met de magistrale
verfilming door Brian De Palma (The Black Dahlia, nu in uw bioscoop!)
en de daaruit voortvloeiende interesse voor het oorspronkelijke
boek. Het verscheen in 1987 in de Verenigde Staten en kreeg vier
jaar later een Nederlandse vertaling. Al is het bijna twintig jaar
oud, De zwarte Dahlia blijft een onmiskenbaar huzarenstuk, met veel
verve op papier gezet door meester James Ellroy.
Vanaf de eerste pagina is Bucky Bleichert aan het woord. We schrijven
1947 en Bucky staat aan het begin van zijn carrière bij het
korps van Los Angeles, de LAPD. Bucky heeft Duitse roots, in die
tijd helemaal niet zo’n voordeel. Wel een voordeel is zijn
boksersverleden. De lange, slungelachtige en met konijnentanden
uitgeruste Bucky is een halfzwaargewicht die zijn meeste wedstrijden
won. Het levert hem in het boksersminnende korps veel krediet op.
In dat korps loopt hij Blanchard tegen het lijf. Blanchard is een
extraverte, joviale krachtpatser en toevallig ook bokser: een zwaargewicht!
Om het blazoen van de LAPD op te poetsen, organiseert de korpsleiding
een wedstrijd tussen Bleichert en Blanchard. Achterliggend idee:
kijk eens wat een stevige jongens bij ons in het korps zitten en
verdienen zij en hun collega’s geen forse loonsverhoging?
De wedstrijd veroorzaakt een grote toeloop bij de bookmakers en
half Los Angeles leeft mee. Wie wint kan je lezen in het boek (of
zien in de film), maar de match zorgt ervoor dat tegenstanders Bleichert
en Blanchard professioneel een team gaan vormen, en ook privé
vrienden worden. Dan leert Bleichert de vriendin van Blanchard kennen,
Kay. Het gerucht gaat dat Kay een ex-gangsterliefje is. Blanchard
heeft haar vriend opgepakt en werd verliefd op haar. Vriend in de
cel, vriendin trekt in bij Blanchard. In 1947 was dat, zelfs in
Los Angeles, allemaal erg not-done en de thuissituatie van Blanchard
belemmert zijn carrière op ernstige wijze. Het schijnt Blanchard
niet te deren, en Bleichert bewondert hem daarvoor. Ook professioneel
vindt Bleichert dat hij veel van Blanchard kan leren.
Zo liggen de kaarten op tafel op het moment dat het zwaar verminkte
lijk van een jonge vrouw gevonden wordt. Het slachtoffer krijgt
al snel de bijnaam “De Zwarte Dahlia”. De moord grijpt
iedereen in het korps buitensporig aan, maar bij Blanchard gaat
het nog verder. Zijn kleine zusje werd verkracht en vermoord en
hij voelt zich nog elke dag schuldig omdat hij haar niet heeft kunnen
beschermen. Hij hoopt iets van zijn schuldgevoel in te lossen door
verbeten op zoek te gaan naar de moordenaar. Bleichert voelt instinctief
aan dat hij zijn vriend moet afremmen en Kay steunt hem daarin.
Kay en Bleichert groeien naar elkaar toe, terwijl Blanchard hoe
langer hoe fanatieker en uiteindelijk totaal losgeslagen wordt.
De zwarte Dahlia is één van die meesterlijke boeken
die de lezer vanaf het begin meeneemt met, en onderdompelt in het
verhaal. Na een uitermate spannend leesavontuur slaag je er niet
in op het einde van het boek uit te maken welke verhaallijn nu het
boeiendste was. Was het de speurtocht naar de moordenaar van De
zwarte Dahlia, het verleden van de Dahlia, de zich ontwikkelende
driehoeksverhouding Bleichert-Blanchard-Kay, het inkijkje in het
corrupte wereldje van de LAPD of de verhalen van alle nevenfiguren?
Een ding is zeker: de mix van al deze verhalen smaakt naar meer. |