Uit hun rol vallende typetjes |
Gaston Van Camp. Het kàn
bijna niet anders of ik heb in mijn jeugd een werk van zijn hand
gelezen. Meer dan 130 titels schreef hij, vooral jeugdboeken maar
ook uitgaven in de reeksen “Historische verhalen” en
“Vlaamse Filmkens” (onder pseudoniem). De vijfenzestigjarige
schrijver legt zich sinds kort toe op misdaadverhalen voor volwassenen.
Als voormalig leerkracht geschiedenis koos hij het oude Rome onder
keizer Vespasianus (69-79 nC) als setting. Tijdens het lezen van
de zaak Flavia bekroop me een dubbel gevoel: Van Camp doet krampachtig
pogingen om het etiket jeugdschrijver van zich af te schudden en
de schrijver onderschat de liefhebber van het detective- en thrillergenre.
Krampachtigheid en onderschatting kunnen nooit leiden tot een vlot
en geloofwaardig verhaal en dat heeft Van Camp met de zaak Flavia
dan ook niet afgeleverd.
In de zaak Flavia is weerom een belangrijke
rol weggelegd voor Homeros Grafikos, bezieler van een vertaal- &
detectivebureau. Hij wordt bijgestaan door de bloedmooie Maria Corinna
en de zwijgzame Semenka. Hoofdrol wordt gespeeld door Flavia, een
bijna bankroete Romeinse schone. Deze weduwe heeft de ambitie om
snel rijk te worden en wedt daarvoor op verschillende paarden. Ze
wil zowel de jongste zoon van de keizer strikken als haar broer
helpen een succesvolle gladiator te worden. Haar vriendin Pontia,
getrouwd met de oude Tryphon, staat haar met raad en daad bij. Beide
dames zijn niet vies van een erotisch avontuurtje en draaien hun
hand niet om voor een intrige meer of minder.
Op zich biedt bovenstaande voldoende
stof voor een boeiend boek. Alleen blijven de meeste personages
typetjes en wat nog erger is, ze vallen af en toe zelfs uit die
rol. Wat te denken van een oude man die de ene dag nog “verbazend
kwieke stappen” zet en de volgende dag “meer schuifelde
dan hij liep”? Waarom wordt gezegd dat Flavia “als enig
kind” het hele hebben en houden van haar ouders erfde? We
weten toch dat ze een broer heeft. Waarom voelt iemand die net een
brute moord pleegde zich “Niet leeg. Voos. Alsof zijn gevoelens
bevroren waren” om dan enkele tellen later “vertederd”
te glimlachen als hem de klaargelegde stapeltjes aanmaakhout opvallen
die hij logischerwijs al eerder gezien had?
De acties van de personages getuigen
van een behoorlijke dosis naïviteit en leiden vaak tot niks.
Het is mij onduidelijk waarom Grafikos voor dag en dauw in de tuin
van Pontia zit om een complot te verijdelen maar uiteindelijk noch
iets ziet, noch iets doet. Waarom tut Flavia zich helemaal op om
naar Pontia te rijden als blijkt dat laatste niet thuis is?
Het vergaat sommige delen uit de verhaallijn
net als de acties van personages. Ze worden wel aangezet maar niet
uitgewerkt. Semenka mengt zich ongevraagd in een straatgevecht en
zorgt ervoor dat zijn tegenstander een nageslacht op zijn buik kan
schrijven. Hij wordt opgepakt en in een beruchte gevangenis gegooid.
Corinna gebruikt haar charmes en krijgt hem vrij. Horen we nog iets
van zijn verblijf in de cel? Horen we nog iets over zijn beweegredenen
om deel te nemen aan een gevecht tussen onbekenden? Welnee, niet
belangrijk. Waarom staat het dan in het boek? Andere zaken die wél
belang hebben voor het verhaal, worden dan weer over het hoofd gezien.
Waarom miste Pontia jaren geleden haar afspraak met haar minnaar?
Van een vloeiende verhaallijn is dus
geen sprake, ze is meer met horten en stoten in elkaar geflansd.
Naïviteit, stereotypen, ... bij momenten leek het wel of ik
de strip Jommeke aan het lezen was. Jommeke voor volwassenen dan,
want Van Camp vermengt flink wat softporno in het boek. Duidelijker
kon het onderscheid met de Vlaamse Filmkens niet zijn. |