naar start | a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | r | s | t | u | v | w | x | y | z  
Verblijfplaats onbekend (1997) Fred Vargas ****

Vriendschap en vertrouwen

De brute moord op twee jonge vrouwen schrikt Parijs op. Voormalig onderzoeksrechter Louis Kehlweiler wil zich er absoluut niet mee bemoeien. Het heeft iets van ramptoerisme als je dat na je pensionering doet. Daarom beperkt hij zijn gedachten stoïcijns tot de vertaling van de biografie van Bismarck.
Ex-prostituee Martha stoort hem in deze bezigheden. Ze ontfermde zich vroeger over een debiele jongen, Clément Vauquer, inmiddels een man met een plechtstatig taalgebruik. Hij wordt verdacht van de moorden, maar zij gelooft rotsvast in zijn onschuld en houdt hem verborgen. Omdat ze de klus niet alleen kan klaren, roept ze Louis’ hulp in. Hoewel Louis helemaal niet opgezet is met dit blijk van vertrouwen, begint hij toch rond te neuzen in Parijs.
Hij kan de verdachte moeilijk met zich meeslepen, daarom vraagt hij drie vrienden op hem te passen.
Die drie vrienden zijn oude bekenden uit het schitterende Uit de dood herrezen en Een beetje meer naar rechts. Het gaat om de ‘evangelisten’, de drie historici Marcus, Mattheus en Lucas die elk een etage van hetzelfde huis bewonen.

Opnieuw combineert Vargas hartverwarmende personages vol vriendschap en vertrouwen met een verhaallijn die niet nagelbijtend spannend is, maar waarvan je uiteindelijk toch wel het fijne wil weten. Ze laat als archeo-zoöloge niet na om de lezer diets te maken dat de waarheid niet altijd de meest voor de hand liggende verklaring is. Naast het amusant intelligente krijg je zo ook nog een behoorlijke portie kritische zin binnengelepeld. Kortom: Verblijfplaats onbekend is opnieuw een heerlijk boek van La Vargas.

Uit de dood herrezen (2000)Fred Vargas ****

Originele karakters

In een rustig straatje in Parijs staan drie huizen. Ze worden bewoond door operazangeres Sophia, drie werkloze historici en restaurantuitbaatster Juliette.
Sophia maakt zich zorgen omdat er op een morgen plots een beuk in haar tuin staat. Misschien is deze boom niet meer dan een merkwaardig cadeau van een fan, maar toch vraagt Sophia of de buurmannen eens willen kijken of er iets of iemand onder de beuk begraven ligt. Dat blijkt gelukkig alleen maar een 18de eeuwse pijp te zijn.
Gerustgesteld gaat iedereen opnieuw zijn eigen gangetje, maar dan verdwijnt de opera-diva.
'Mijn vrouw heeft het recht afwezig te zijn’, zegt Sophia’s man daarover, maar de anderen vrezen dat er misdaad in het spel is. Samen met een peetoom, een rechercheur en Juliette starten de drie mannen hun onderzoek.

Zouden er echt zo’n kerels bestaan? Absoluut vakidioot en intelligent, reuzecharmant, handig, empathisch en daarbij ook aardig om te zien? Ik heb me kostelijk met hen geamuseerd!
Want meer nog dan een spannend boek, is 'Uit de dood herrezen' een hilarisch boek.
De prehistoricus Mathias droomt over “grote vuren stoken” en loopt liefst zonder kleren rond.
Lucien met WOI als vakgebied praat in termen als “Oostfront – Westfront”, “Broederschap in de loopgraven” en de Middeleeuwenkenner Marc wordt lyrisch van de verklaring van een oud woord. Hun gesprekken en onderlinge rivaliteit zijn uitgesproken grappig. Zelfs al kom je dergelijke personages nooit tegen in werkelijkheid, in het boek staan ze als rotsen.
Naast haar flamboyante personages spreekt Vargas’ taalgebruik me ook aan. Het is vlot en vaak geraffineerd.
Kers op de taart is de Franse setting. Alleen al de namen van de mensen brengen vakantieherinneringen boven.
Mijn enige minpuntje betreft het verloop van het verhaal.
In mijn vakantiestemming vergelijk ik die met een toeristen-kajaktocht: in het begin spannend en nieuw en opwindend… maar dan gaat het beekje kabbelen, en al geef je het niet graag toe: je begint je een beetje te vervelen.
Gelukkig is er op het einde weer een spannende cascade en die laat je de dooie momenten snel vergeten. Maar ze waren er wel. Daarom twijfelde ik tussen drie of vier sterren. Het zijn er toch vier geworden, vooral voor originaliteit. Verder neem ik me vast voor deze Franse dame verder te volgen in haar werk.

Maak dat je wegkomt (2003)Fred Vargas ***

Onderhoudend, origineel, Vargas

In 'Maak dat je wegkomt' komt Joss Le Guern, uit de boot gevallen zeeman, aan de kost als stadsomroeper. Stadsomroeper?
Ja, mensen deponeren boodschappen in zijn bus, hij roept die om. “Te koop: nest witte en rode katjes, drie katers, twee poezen. - Ik hou van je, Hélène. Ik wacht op je vanavond in de Chat qui danse - …”
De laatste tijd maakt Le Guern zich zorgen over vreemde boodschappen. Hij wordt er weliswaar goed voor betaald, maar waar slaan die oud-Franse of Latijnse teksten in godsnaam op?
En wat betekenen die omgedraaide vieren die overal in Parijs op deuren gekalkt worden?
Het zijn geen zaken die Commissaris Adamsberg aanbelangen. Hij moet zich bezig houden met moordzaken en het herkennen van zijn zesentwintig nieuwe medewerkers.
Dan valt de eerste dode, op het lichaam zijn zwarte vlekken en vlooienbeten te zien. Slachtoffer van de pest of van een ordinaire moordenaar?
'Maak dat je wegkomt' bevat alle ingrediënten voor een spannende thriller.
Toch krijgt het van mij “slechts” twee sterren op de schaal van de site voor en door thrillerfans. Want daar wringt het schoentje: Vargas lukt er niet in om je aan de bladzijden te kluisteren.
“De spanning van een zeepbel,” las ik in de VN-gids over een werk van Vargas, en die prachtige vergelijking gaat ook op voor dit boek.
De bijwijlen grappige dialogen, het schilderachtige decor, het toch wel aardige en intelligente verhaal en vooral (opnieuw!) de originele personages maken dit boek toch meer dan de moeite waard om te lezen.
Niet als nagelbijtende thriller maar als gemoedelijk tussendoortje. Bovendien is het erg mooi uitgegeven door De Geus. Blijven twee minpuntjes. Allereerst de titel. Ik vind die vreselijk en bedacht tijdens het lezen alternatieven zoals “Heerser van de pest”, “Cito, longe, tarde” of “De zaaier”. Maar misschien zouden dergelijke titels te hoge spanningsverwachtingen wekken.
Ten tweede de vertaling. Af en toe had ik zo iets van “hé, deze zin leest moeilijk”. Zoals: “ik wacht op je vanavond in de Chat qui danse”.
Niet verkeerd natuurlijk, maar “ik wacht vanavond op je” klinkt mij veel natuurlijker in de oren.

 
De man van de blauwe cirkels (2005) Fred Vargas ***

Droomwereld

In de boeken van Vargas duiken twee speurders op. De mopperige Louis Kehlweiler uit 'Verblijfplaats onbekend' en 'Een beetje meer naar rechts', en de ietwat vreemde Jean-Baptiste Adamsberg.
De laatste maakte vorig jaar in het Nederlands zijn opwachting in 'Maak dat je wegkomt'.
Dit jaar zorgde uitgeverij De Geus voor de vertaling van een vroeger boek, L’homme aux cercles bleus, dat je als 'De man van de blauwe cirkels' in de boekhandel vindt.
Jean-Baptiste Adamsberg is een jonge, onconventionele maar succesvolle speurder. Hij maakte in zijn geboortestreek de Pyreneeën zo snel carrière dat hij werd aangesteld als commissaris in Parijs. Daar kijken ze best wel op van deze man.
Hij ziet er sjofel uit, lijkt geen donder uit te voeren en maakt de hele dag tekeningetjes om dan plots met de oplossing van een misdaad op de proppen te komen.
Zijn naaste medewerker Danglard is in zowat alles zijn tegenpool.
Danglard werkt systematisch, doelgericht en buikgevoel is hem vreemd.

Vargas zet in het begin van 'De man van de blauwe cirkels' een aantal vrij absurde verhaallijnen uit. Adamsberg maakt furore in Parijs. Een oceanologe raakt gecharmeerd door een knappe, blinde man. Een oude vrouw is verslaafd aan contactadvertenties. Iemand tekent grote blauwe circels rond een lege balpenvulling, een krulspeld, een oude tas, een wattenstaafje, een kattenlijk, …
Zoals het een goed boek betaamt, komen deze lijnen netjes samen. Het duurt echter een tijdje voor je beseft waar Vargas naartoe wil. Die tijd onderhoudt ze je met absurde dialogen en vreemde bezigheden van haar personages.
Het is een schrijfstijl met een inhoud waar je van moet houden en aan moet wennen. Het is meer introspectie dan actie. Intussen zette Adamsberg alles op een rijtje en vanaf dan gaat het boek in een vlotte rechte lijn naar de ontknoping.
Ik hou wel van de boeken van Vargas.
Ze dompelen je onder in een droomwereld waar misdaad en motieven ondergeschikt zijn aan de uitwerking van vreemde maar charmante personages. Voor de liefhebbers.

De terugkeer van Neptunus (2006)Fred Vargas *****
Verfrissend origineel

De overlevering wil dat Fred Vargas de term ‘rompol’ in Frankrijk introduceerde. Rompols oftewel romans policiers schrijven doet Vargas ’s nachts, overdag werkt ze als archeologe.
Misschien ligt dat nachtwerk wel aan de basis van haar unieke stijl.
Vargas’ boeken zijn niet alleen een beetje dromerig, maar ook dermate charmant, pittig en origineel dat je ze eens gelezen nooit meer vergeet. Vooral haar personages laten een onuitwisbare indruk na.
Dat is ook het geval in' De terugkeer van Neptunus'.
Jean-Baptiste Adamsberg speelt opnieuw de hoofdrol. Hij is nog steeds chef van de Misdaadbrigade van een arrondissement in Parijs, waar zijn onverstoorbaarheid, nonchalance en tumultueuze levenswijze het uiterste vergen van zijn naaste medewerker en tegenpool Danglard.
In het begin van het boek is de spanning tussen die twee te snijden, niet in het minst omdat Adamsberg Danglard ervan verdenkt de verwarmingsketel gesaboteerd te hebben. Het is typerend voor de licht surrealistische toon van Vargas dat deze sabotage zou moeten leiden tot het dwarsbomen van een studietrip naar Canada. Danglard is namelijk als de dood voor de vliegreis.
Terwijl Danglard –tevergeefs- zijn angsten probeert te bedwingen, wordt Adamsberg ingehaald door het verleden. Hij verloor zijn broer door een ijskoude moordenaar die zijn slachtoffers met drie steken ombrengt. Jaren van obsessief vervolgen waren het gevolg, maar de dader was Adamsberg steeds te snel af. En nu, vlak voor de uitstap naar Canada, wordt in een uithoek van Frankrijk een jonge vrouw vermoord, door drie bloedige steken.
Adamsbergs nekharen gaan overeind staan: is de doodgewaande Neptunus met zijn drietand terug?
Zou de moordenaar deze keer wel te pakken zijn en kan Jean-Baptiste de raadselen rond zijn broer eindelijk ontsluieren?
Het loopt niet zoals gehoopt. Neptunus heeft het op Adamsberg voorzien en hij brengt de flegmatieke commissaris in nauwe schoentjes. De Canadezen, voorzien van een hilarisch taaltje dat lijkt op dat van de Belgen in de gelijknamige Asterix-strip, kunnen er niet om lachen. Danglard kan er ook niet om lachen. Gelukkig zijn er nog een paar vrouwen waar Adamsberg op kan bouwen: de forse brigadier Violette Retancourt en de beverige Josette die zich ontpopt tot eersteklas hacker.
Puur genot! Beter kan ik dit boek niet samenvatten. Als je van haar stijl houdt, zit je bij Vargas goed voor uren intelligent, humoristisch en hartverwarmend vermaak.
De terugkeer van Neptunus is daarenboven ook nog eens lekker spannend. Een kloeke aanrader.

De omgekeerde man - Fred Vargas *****
De hele rit genieten!

Fred Vargas is de ongekroonde koningin van personages die ogenblikkelijk onder je huid kruipen. De drie Evangelisten zijn onder de Vargasliefhebbers een begrip: Lucien, Marc en Mathias, drie werkloze historici die elk een etage bewonen in een oud huis in Parijs. Ze werden door De Geus gebundeld in de niet te missen trilogie Misdaad in Parijs. Nog meer furore maakt Vargas met commissaris Adamsberg, geboren in de Pyreneeën, een eersteklas chaoot, amper groot genoeg om het politiekorps te mogen vervoegen en voorzien van gelaatstrekken die op geen enkele manier met elkaar harmoniëren. Mooi om je daar wat bij voor te stellen.

Adamsberg treedt ook aan in De omgekeerde man, maar eigenlijk is de hoofdrol daar weggelegd voor Camille.  Adamsberg en Camille hebben een aan-uit-relatie. Diep in hun hart weten ze dat ze voor elkaar geschapen zijn, maar door hun levenswijze komen ze elkaar maar heel af en toe tegen. Dan kan het gebeuren dat ze op dat moment een andere relatie hebben. Zoals in De omgekeerde man. Camille vond een huisje in een dorpje in les Alpes-Maritimes, ver van het Parijs van Adamsberg, en leeft daar deels als muzikante, deels als loodgieter. Haar nieuwe vriend Lawrence is een zwijgzame Canadese bioloog die naar Frankrijk kwam om een roedel wolven te bestuderen. Hij verloor zijn hart, niet alleen aan de wolven, maar ook aan Camille. Dan duikt er een immens grote wolf op. Hij valt schapen aan en heeft het vooral op ooien gemunt. De dorpbewoners starten met een klopjacht, die heviger wordt als de wolf een forse schapenboerin doodt. Bijgeloof steekt de kop op, en aangewakkerd door de media is de streek al snel in de ban van “De weerwolf”. Twee schitterende personages, Soliman, de geadopteerde zwarte zoon van de schapenboerin, en De Waker, haar beste herder, willen de weerwolf achterna. Jammer genoeg kunnen ze niet autorijden en daarom vragen ze Camille mee als chauffeur. Camille stemt toe, en met een tot camper omgebouwde beestenwagen rammelen ze over steile bergpassen, terwijl de lucht van schapenvet bijna niet te harden is. De interactie tussen dit trio, Camille, Soliman en De Waker, wordt door Vargas’ pen in je bewustzijn geëtst. De manier waarop de oude Waker de jonge Soliman in toom houdt (Respect!), de gevoelens die Camille oproept bij de jongeman, hoe ze elk hun plekje veroveren in de kamion… het is om nooit meer te vergeten.

In Parijs is het fait divers over de weerwolf uit de Mercantour Adamsberg niet ontgaan. Als Camille hem uiteindelijk, noodgedwongen en ten einde raad, om hulp vraagt, heeft hij weinig toelichting nodig. Vanaf dan vult hij op wonderbaarlijke wijze het trio aan en stevent het boek af op een prachtige ontknoping.

Vargas is genieten, van begin tot eind. Haar onvergetelijke personages, de licht absurde situaties waarin ze terecht komen, de adembenemende omgeving, de klaterende dialogen en niet te vergeten de ronduit pakkende taal maken haar boeken tot meesterwerken. Goed nieuws voor de liefhebbers: in het voorjaar van 2008 brengt De Geus de vertaling van Dans les bois éternels uit. Weer met Adamsberg. En met Camille, waarschijnlijk.

De omgekeerde man