Liefde is… detectives schrijven waarmee je vrouw en haar hoog
opgeleide vriendinnen zich ongegeneerd in de metro kunnen vertonen.
Die liefdesuiting legt Akoenin geen windeieren. In Rusland vliegen
zijn literaire thrillers over de toonbank, zijn romans worden in
verschillende talen vertaald en zelfs de filmindustrie van Hollywood
toont belangstelling. Zijn eerste detectives speelden zich af in
het negentiende-eeuwse Rusland. Held is Erast Fandorin. In latere
boeken speelt diens kleinzoon Nicholas een rol. Die Nicholas komen
we opnieuw tegen in Vrij lezen, met ondertitel Schaakspel om macht.
Vrij lezen is Akoenins achtste boek in Nederlandse
vertaling. Het bevat twee verhalen die elkaar in hoofdstukken omstrengelen.
Het eerste verhaal heeft het hedendaags Moskou als achtergrond.
Nicholas Fandorin, nazaat van, heeft een adviesbureau. Op zekere
dag vraagt een vreemde vogel raad in een uitzichtloze zaak. Nog
voor de man Nicholas’ flatgebouw verlaten heeft, wordt hij
vermoord. Nicholas bezadigde leventje komt vanaf dan in een ongewenste
stroomversnelling. Hij blijkt niet zo dapper te zijn als de illustere
Erast. Meer nog, Nicholas belichaamt de goedmenende huisvader. Een
beetje stuntelig, een beetje sloom, kortom: een antiheld van dertien
in een dozijn.
Het tweede verhaal daarentegen voert wel een echte
held op. Ook dat is een Fandorin, maar dan eentje die nog van voor
Erast dateert. In deze verhaallijn draait het om Mitridat (Mitja)
Karpov. Dit intellectueel wonderkind wordt geïntroduceerd aan
het hof van tsarina Catharina. Een hooggeplaatste heer wil Mitja's
verbluffend vermogen om een één keer gehoorde tekst
feilloos te kunnen opzeggen, gebruiken als voorloper van het cassetje,
of, zo je wil, van het MP3-bestand. Door louter toeval wordt Mitja
de lieveling van de tsarina. Op zekere dag gooit een afgunstige
militair hem uit het raam… Mitja overleeft de aanslag, maar
kan niet terug naar het paleis. Hij vindt een onderkomen in een
koets en reizend door Rusland lijkt hij rovers, moordenaars en ‘onmensen,
bij wie de lust ontbrandt voor kleine kinderen’ aan te trekken.
Gelukkig schiet Fandorin te hulp, de voorvader uit de tijd toen
helden nog echte helden waren!
Wat allereerst opvalt bij dit boek, is het verschillend
stijlgebruik tussen de twee verhalen. De stijlmiddelen van de negentiende
eeuw geven het “oude” verhaal een ongekende charme.
De verheven, uitgesponnen zinnen, de plechtige aansprekingen, de
getemperde emoties… schitterend, in navolging van alomgeroemde
Russische literatuur. Het “nieuwe” verhaal bevat kenmerken
van een Bildungsroman en het taalgebruik doet erg hedendaags aan.
Ik moet bekennen dat ik het wedervaren van Mitja
het liefst las. Het duurde bij mij ook aanmerkelijk langer voor
ik in Nicholas’ verhaal zat. Doordat Nicholas doorheen de
hoofdstukken groeit, dwingt hij de lezer respect af. Van mij kreeg
hij er nog een portie sympathie bovenop. In beide verhalen zit flink
wat humor. Bij Mitja om potsierlijke situaties, bij Nicholas als
de gelaten zelfkennis de kop opsteekt.
Tijdens het lezen heb ik me wel afgevraagd waarom
beide verhalen samen in één band staan. En waarom
om en om? Had Akoenin er niet beter een “omdraaiboekje”
van gemaakt, naar analogie met Dikkie Dik? Wat is het verband tussen
beide verhalen, behalve dan de familiebanden over de eeuwen heen?
Dat verband wordt op het einde duidelijk. Je beseft dan ook dat
de ondertitel ‘Schaakspel om macht’ je flink op weg
wou zetten. Zowel Nicholas als Mitja zijn pionnen in een schaakspel.
Ze weten niet waarom, ze ondergaan de partij. Op het laatst vallen
alle puzzelstukjes netjes in elkaar en vertonen beide verhalen opvallende
gelijkenissen. Voldaan en tevreden constateer je dat alles netjes
klopt, ondanks de spanning dat het toch nog mis zou kunnen gaan.
Vier sterren voor Mitja en drie voor Nicholas, wat toegeeflijkheid
voor het laatste-puzzelstukje-gevoel en voor de knappe uitgave van
De Geus: eindscore vier sterren. |