naar start | a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | r | s | t | u | v | w | x | y | z  
De vinger van god (2005) Bob van Laerhoven **
Ondoorgrondelijk

Bob Van Laerhoven is zonder enige twijfel de auteur die het dichtst bij mij in de buurt woont.
Tijdens een fietstochtje zou ik hem makkelijk kunnen tegenkomen. Misschien zelfs al bij het rondje joggen ’s avonds. Niet dat ik dat genoegen al had. Ik denk dat hij nooit thuis is. Logisch voor iemand die reisreportages maakt. En als hij thuis is, dan zit hij vermoedelijk achter zijn computer, druk bezig met columns, artikelen, brieven aan zijn callgirl, jeugdboeken, romans en thrillers. Aan zijn palmares te zien is het een druk baasje.

Zijn nieuwste boek,' De vinger van God', is ook druk. In korte hoofdstukjes voert Van Laerhoven een stuk of tien spelers op waarvan al snel blijkt dat ze allemaal wel iets met elkaar te maken hebben. Meestal roep je dan als recensent dat de draadjes zo prachtig bij elkaar komen, maar deze verhalen zijn zo samengebald dat het opgefokt/krampachtig/overdone overkomt. Net zoals die veel gebruikte opsommingen met streepjes.

Inspecteur Samantha Duchène werkt bij de politie in België. Zij speelde in vroegere boeken van Van Laerhoven al een rol, samen met Peter Declerq. Die laatste is geboren uit een Belgische blanke moeder en een Zuid-Afrikaanse zwarte vader en worstelt met zijn roots.
In 'De vinger van God' verblijft hij in Jeruzalem om een bomaanslag op een Brusselse moskee te onderzoeken. Over dat onderzoek wordt niets gezegd, maar het geeft Van Laerhoven de kans om Jeruzalem en de spanningen aldaar mooi te beschrijven. Hij voert zelfs een extremistische jood op die onder de dekmantel van een sekte een grootscheepse wraakactie voorbereidt. Natuurlijk heeft deze jood een verbindingslijntje naar Declerq en zelfs eentje naar Duchène, want die twee staan centraal. Ze hadden een liefdesrelatie, maar die is afgesprongen. Declerq verontschuldigt zich constant -tussen de slippertjes door- voor zijn genen die monogamie in de weg staan. Duchène maakt zichzelf wijs dat ze perfect zou kunnen samenleven met de rustige Maurice Lathouders, ze went vast wel aan zijn geur, zijn witte, harige benen en zijn sandalen.
Wat Duchène niet weet, is dat Lathouders corrupt is en banden heeft met de Georgische maffia. En Lathouders op zijn beurt weet niet wat zijn zus uitspookt. En laat Duchène nu ook nog een zus hebben die bij een sekte zit. Gaat er een lichtje branden?

Rond deze familiebanden wordt een web van intriges opgebouwd, helaas zonder spanning en ook zonder climax.
Meer nog, terwijl Van Laerhoven een journalist in 'De vinger van God' laat bedenken dat hij een roman wil schrijven, “om een wereld te scheppen waarin niets zonder betekenis is”, lukt hij helaas zelf niet in dit nobele schrijversstreven.
Zo ontgaat mij de relevantie van de moeite die Duchène heeft om door de Israëlische douane te geraken. Wat kan je met die scène meer dan de getroubleerde verhouding tussen België en Israël aanstippen?
Idem voor de inval van twee dames in bourqa bij een Amerikaans-Israëlische schrijver. Die inval levert vooral een gigantische afknapper op het eind.
Kortom, ik weet na het lezen van 'De vinger van God' niet goed waar Van Laerhoven naartoe wil. Het is een ondoorgrondelijk boek, en dat heeft het met Gods wegen gemeen. Ik heb weliswaar genoten van enkele lekker onderkoelde en tegelijk treffende scènes, maar als geheel kon dit boek mij niet bekoren.