Stille wateren speelt zich af in Istanbul, Turkije. Het inspecteursduo
Cetin Ikmen en Mehmet Suleyman moet de moord op de vijfentwintigjarige
Rifat Berisha oplossen. Zijn familie is niet geneigd te helpen bij
het onderzoek.
De dader is immers zonder enige twijfel lid van de familie Vlora
waar de Berisha’s mee in “bloedwraak” zijn.
De moord op Rifat is iets dat zijn familie zélf oplost, zoals
de Albanese traditie het al eeuwen vereist.
Tijdens het onderzoek wordt Cetin Ikmen geconfronteerd met zijn
eigen verleden. Hem is altijd verteld dat zijn Albanese moeder stierf
aan een hartaanval, maar dat blijkt niet helemaal waar te zijn.
Naast Ikmen en Suleyman komen veel andere, kleurrijke figuren langszij.
De familie en vrienden van het duo, de leden van de twee rivaliserende
Albanese clans, de familie Evren van wie zoon Ali in behandeling
is bij psychiater Halman en van wie dochter Felicity een nier kreeg
van de vermoorde Rifat Berisha, ...
Al deze personages bieden een breed zicht op wat de samenleving
in Istanbul zou kunnen zijn.
Dat, samen met beschrijvingen van Istanbul en het bombastisch aandoend
taalgebruik van Nadel, geeft dit boek een onmiskenbaar oosters tintje.
Van zodra je in het boek zit, zit je goed voor ettelijke uren leesplezier.
Toch bracht de eerste zin
van 'Stille wateren' me bij mijn eerste leespoging in verwarring.
“De geloken ogen van de vrouw werden groot van paniek.”
Ik ging direct twijfelen aan mijn interpretatie van het woord “geloken”,
tot ik begreep dat Nadel met deze zin de paniek wil benadrukken.
Haar ogen werden niet gewoon groot van paniek, nee, haar “geloken”
oogleden moesten nog enkele millimeters afstand méér
afleggen.
Een beetje verder staat: “Haar woorden waren koel en zakelijk.
Alleen een oor dat vertrouwd was met haar stem had kunnen horen
wat voor heftige emoties daarachter schuilgingen.”
Opnieuw overviel me een overweldigend gevoel van tekortschieten.
De ervaring van het vertrouwde oor is mij nog nooit te beurt gevallen.
Wat mankeert mij? Ben ik niet in staat de lectuur van een Barbara
Nadel tot een goed einde te brengen? Voldoe ik niet als Crimezone-recensent?
Ja, daar had ze me mooi te pakken, die Barbara, en enigszins ontgoocheld
over mezelf en het boek legde ik het laatste voor een tijdje ongelezen
terug op de stapel.
Tot ik mezelf vorige week vermande, eens diep ademhaalde, en een
tweede poging waagde.
Nadels stijl doet gezwollen aan, dat wist ik intussen, maar misschien
hoort het gewoon bij de streek waarover ze schrijft. De Fata Morgana
in de Efteling is trouwens ook bombastisch, en toch genieten mijn
dochters en ik daar elke keer weer van.
Dat is bovendien mijn conclusie
na het lezen van 'Stille wateren': toen ik eenmaal in het boek zat,
heb ik genoten!
Zoek geen diepgang, zoek geen uitgewerkte karakters,
verlies jezelf gewoon in een spannend, vlotgeschreven verhaal. En
kijk, tijdens het mezelf verliezen ben ik er toch nog in gelukt
wat te vinden, namelijk dat Nadel vooral voor vrouwen schrijft.
Meer specifiek voor de al wat oudere, Westerse vrouw, rijp in ervaring
en rijp in lichaamsvormen, om het eufemistisch te zeggen. Een beetje
voor een vrouw zoals ik, dus. Ik wil daarvoor twee redenen aanhalen.
De eerste reden is het vrouwelijk personage waar Westerse, rijpere
vrouwen zich het meest mee zullen identificeren. Die dame in kwestie
is de psychiater Zelfa Halman, half Turks, half Iers. Ze is klein
en blond en “weelderig” en wat haar situatie vooral
heel plezierig maakt: de twaalf jaar jongere inspecteur Mehmet Suleyman
heeft haar ten huwelijk gevraagd. Die man heeft er flink moeite
mee haar van zijn liefde te overtuigen. Zelfa, niet voor niks psychiater
natuurlijk, denkt dat hij in haar een surrogaatmoeder zoekt. Je
zou haar toch een draai rond haar oren geven!
Mehmet wordt beschreven
als “groot en van een aristocratische schoonheid”, “zijn
ogen gloeiden van hartstocht”, “zijn gezicht zag er
heel sexy uit...”.
Nu ben ik heel gelukkig met mijn eigen
(negen jaar oudere) man, maar het brengt je toch op ideeën...
De tweede reden is het besef dat wij, oudere Westerse vrouwen, ondanks
ons druk bestaan -gezin, werk, sport, Crimezone- toch wel een stuk
beter af zijn dan de doorsnee Turkse vrouw.
Als Nadel beschrijft
hoe de echtgenote van inspecteur Ikmen ‘s morgens haar mollige
beentjes over de rand van het bed zwiert, dan voel ik me ondanks
mijn bescheiden lengte en mijn randgeval-BMI plots zo groot en slank.
Nu goed, ik heb natuurlijk ook geen negen kinderen. En als ik lees
hoe ze zuchtend en steunend de sneeuw uit het portaal ruimt, omdat
haar teergeliefde echtgenoot er anders over zou kunnen uitglijden
en dat zou zij dan nog wéken te horen krijgen... dan bedenk
ik dat ik toch wel bof met mijn eigen ventje. Natuurlijk heeft mijn
man een conditie die hem in staat stelt zelf de sneeuwschop ter
hand te nemen en dat kan je van Ikmen niet zeggen. Hij ziet er vaak
grauw uit en sleept zich trapjes op waarna hij met de hand op zijn
borst moet uitrusten. De man rookt dan ook als... een schouw, zal
ik maar zeggen, want als een Turk is in deze nogal voordehandliggend.
Al
bij al verschafte dit boek me enkele gezellige leesuurtjes en zijn
drie sterren dubbel en dik verdiend. |