Ruth Rendell - Goede buren ( 2012) ****

Levens met elkaar verbonden

Het hoeveelste boek van Ruth Rendell is dit alweer? Ik ben de tel kwijt. Feit is dat Rendell, inmiddels dik in de tachtig, nog steeds sterke thrillers schrijft, waarin ze schijnbaar alledaagse situaties en mensen laat optreden die opeens de meest vreemde dingen doen, van diefstal tot moord en doodslag.
Ook Goede buren past in deze lijn.

Rendell beschrijft de bewoners van een huis in Londen, een gewoon huis in een gewone straat. De bewoners zijn gewone, herkenbare mensen. Zo is daar knappe Stuart, ontslag genomen na een erfenis te hebben gekregen en die een relatie heeft met Claudia die gehuwd is met de aalgladde advocaat Freddy; Olwen, die besloten heeft zichzelf dood te drinken en tegen iedereen die haar iets vraagt, zegt: “Eigenlijk niet”; de drie meisjes Noor, Molly en Sophie, die een appartement delen; Marius en Rose die een oogje op elkaar hebben en die zonder dat ze dat hebben uitgesproken, elkaar vroeger, heel lang geleden, al eens eerder hebben ontmoet; en nog enkele anderen.

Verderop in de straat woont Duncan in zijn almaar heter wordende huis. Naast hem woont een Chinese man met twee of drie kinderen. Of zijn het twee kinderen en zijn echtgenote? Hoe dan ook, één van de dochters, een beeldschoon meisje, wordt door Duncan Tijgerlelie genoemd. Als Stuart haar op een dag tegenkomt als hij sigaretten aan het kopen is, wordt hij op slag verliefd op haar.

Naarmate het verhaal vordert, wordt duidelijk dat al deze ‘gewone’ mensen een geheim hebben. We weten al van het geheim van Stuart en Claudia, maar wat weet Freddy daarvan? Waarom wil Olwen zich dood drinken? Wat is er met Duncan? En wat is het geheime genoegen van de gluiperige Wally, die griezel van een conciërge? Waarom gedraagt Tijgerlelie zich zo raar?
Tijdens een ‘house warming’ feestje dat Stuart geeft en waarvoor alle bewoners zijn uitgenodigd, alleen niet de Chinezen, stormt Freddy binnen en geeft Stuart een geweldig pak slaag.
Wanneer korte tijd later dezelfde Stuart dood wordt aangetroffen op het kerkhof vlakbij, is Freddy de eerste verdachte. Maar is hij wel de dader?

Rendell beschrijft het allemaal heel losjes en vlot, alsof het vanzelf gaat, alsof het schrijven haar geen enkele moeite kost. Het leest ook zo makkelijk weg, dat je als lezer niet eens in de gaten hebt hoe goed het verhaal in elkaar zit, hoe makkelijk ze al die levens met elkaar verbonden heeft.
Knap, hoor!