Martin Cruz Smith – De gouden mijl (2012) ***

goed geschreven, spannend, iets minder dan eerdere boeken

Alweer het zesde deel in de reeks met misdaadonderzoeker en rechercheur Arkadi Renko, van het Moskouse Openbaar ministerie, in de hoofdrol.
Was Gorki Park (1980) een uitzonderlijke thriller (*** in de VN-thrillergids), zijn opvolger moest wachten tot in 1989 Poolster (VN: **) verscheen.
Daarna kwam het Rode Plein (1992, ***), Havana Bay (1999, *****), Wolf eet hond (Misdaadromans.nl: *****) en tenslotte in 2007 De geest van Stalin (geen sterren-aanduiding).
Kortom, een serie die een lange tijdsspanne overbrugt, met goede tot zeer goede waarderingen.
Die waarderingen hebben veelal te maken met de prachtige beschrijvingen van het (niet altijd erg aantrekkelijke) klimaat in Rusland, toen de Sovjet-Unie, nu het moderne Rusland van de nieuwe olierijkdom, waarin terreur en willekeur, machtsmisbruik en corruptie nog steeds aan de orde van de dag zijn.
Terwijl Cruz Smith een Amerikaanse auteur is, beschrijft hij Rusland alsof hij er geboren is. Renko is een eigenzinnige persoon, die graag aantrapt tegen al die nieuwe verworvenheden van Rusland, en daarbij zijn meerderen in de hiërarchie niet uit de weg gaat. Dat maakte dat hij al eerder in conflict kwam met bazen en criminelen, en dat is in dit boek niet anders.

De Gouden Mijl in Moskou is het gebied tussen het Kremlin en de kathedraal van Christus de Verlosser. Vroeger woonden er arbeiders, studenten en kunstenaars, maar die oude wijk is verdwenen. Nu wonen er “langbenige vrouwen met Prada-tassen” in de straten met boetieks en sushibars, waar Renko zich niet mag vertonen in zijn gebutste Lada (“Dit is een ‘No Lada Zone’, zei ze”).

Terwijl Arkadi overweegt zijn ontslag te nemen, voordat hij er door anderen uit wordt gegooid, vindt de politie een dood meisje. Gaat het om moord op een prostituee, een overdosis misschien? Renko vindt teveel losse eindjes en gaat –eigenmachtig- op onderzoek uit.
Gelijktijdig komt Maya, 15 jaar en gevlucht uit een klein provinciestadje in Moskou aan met haar baby. Of liever gezegd, zonder haar baby, want die is haar in de trein ontstolen. Ze ontmoet Zjenja, die we in eerdere boeken al hebben leren kennen als pleegzoon van Renko. Zjenja houdt zich bezig met het winnen van schaakpartijen om geld en is bereid om daar een beetje vals bij te spelen. Hij leeft op straat en heeft al lange tijd geen contact met Renko gehad. Zjenja wil Maya helpen bij het vinden van haar baby en wil Renko daarbij inschakelen, maar dat wil Maya niet. Geen politie.
Het verhaalt ontspint zich, rondom straatschoffies en corruptie, superrijken die een baby kopen, en corruptie en machtswellust bij de politie.
Daarbij springt Cruz Smith heen en weer van de ene verhaallijn naar de andere. Dat maakt het verhaal, dat wel de nodige vaart heeft, soms niet makkelijk te volgen.

Al met al goed geschreven, spannend, maar toch iets minder dan zijn eerdere boeken.