Arnaldur Indriðason, Verdwijnpunt (2012) *****

Erlendur zoekt

“‘Waar is Erlendur, vraagt het politieteam zich af?’ in Doodskap (Nederlandse vertaling 2011).
In de voorgaande boeken van Indriđason waarin inspecteur Erlendur Sveinsson en zijn collega’s van het politiebureau in Reykjavík een rol spelen, is Erlendur afwezig. Het zijn Elinborg in Onderstroom (2010) en Sigurður Óli in Doodskap die een hoofdrol opeisen. Vraag was wanneer Erlendur zou terugkeren, en hoe.
Erlendur ondertussen is teruggekeerd naar zijn geboortegrond, de Ostfjorden. In Verdwijnpunt beschrijft Indridason wat Erlendur daar zoekt. En dat doet hij op magistrale wijze.

Al jarenlang schrijft Indriđason prachtige misdaadromans die zich afspelen op IJsland, vaak in Reykjavík, maar ook in afgelegen gebieden op IJsland.
In bijna al zijn boeken, vanaf zijn eerste boek Noorderveen, worden de Ostfjorden genoemd als de geboortegrond van Erlendur. Eskifjarðarheiði is de plek waar zijn kleine broer verdween in een sneeuwstorm, waarin Erlendur zelf ook bijna het leven liet.
In Moordkuil (verschenen in 2001, Nederlandse vertaling 2004) schrijft Indriđason dat Erlendur geïnteresseerd is in verdwijningen. Verdwijningen spelen so wie so een grote rol in het werk van Indriđason. Erlendur bezit ‘… wanden vol boeken (…) over verdwijningen in IJsland, over de lotgevallen van reizigers op het hoogland in vroeger jaren en dood in het gebergte’ (pag. 26).
In datzelfde boek heeft hij een eenzijdig gesprek met zijn dochter, Eva Lind (pag. 176). Ze ligt in coma, na een miskraam als gevolg van haar verslaving. Hij wil haar ‘… vertellen over een verdwijning waar hij zich lang het hoofd over had gebroken.’ Langzaam wordt duidelijk dat hij het heeft over de verdwijning van zijn jongere broertje, jaren geleden.
En dan: ‘Hij was acht jaar, zei hij tegen Eva Lind, twee jaar jonger dan ik.
Ik droom de hele tijd over hem. Hij is nooit gevonden. Die jongen was mijn broer’ (pag. 209).
Pas in Onderkoeld (verschenen in 2006, Ned. vertaling 2008) krijgt de verdwenen broer van Erlendur een naam: Bergur.

In Verdwijnpunt staat deze gebeurtenis opnieuw centraal.
Aan het raadsel van de verdwijning van Bergur wordt een nieuw verdwijnraadsel toegevoegd. Erlendur raakt op het spoor van een lang geleden verdwenen vrouw. Waarschijnlijk is ze tijdens een voettocht overvallen door een sneeuwstorm. Maar er doen geruchten de ronde in het kleine dorp in de Ostfjorden vlak bij het voormalige huis van Erlendur’s ouders, waar Erlendur tijdelijk verblijft. Zijn zoektocht naar het verleden van deze vrouw valt samen met de zoektocht van Erlendur naar zijn verdwenen broertje Bergur.
En heel langzaam komen beide drama’s samen.
De kracht van de boeken van de IJslandse auteur blijft toch altijd weer het exotische van een kleine gemeenschap. IJsland heeft maar 300.000 inwoners en dus bestrijken de onderzoeken van de recherche een relatief klein gebied. Mensen weten veel van elkaar waardoor het ouderwetse opsporingswerk kan gedijen. Verdachten zijn gemakkelijk in de gaten te houden, ze kunnen niet zomaar het eiland af. Dit ‘dorpse’ maakt dat ook dit verhaal dichtbij komt en herkenbaar is.
Daarnaast verweeft Indriðason tijdloze thema’s door zijn boeken. Het belang van afkomst, het bepalende van een gezinsgeschiedenis, het vasthouden en loslaten van kinderen en de knellende beslotenheid van kleine gemeenschappen. Achter façades gaat veel schuil. De auteur vertelt vaak een ‘tweede verhaal’ achter het misdaadverhaal.  

Met Verdwijnpunt ontstijgt Indridason het niveau van ‘thriller’ (wat dat ook moge zijn). Het verhaal gaat over universele thema’s die hij op beklemmende en indringende wijze beschrijft. Niet voor het eerst 5 sterren.