Het
Zweedse schrijversechtpaar Maj Sjöwall und Per Wahlöö
wordt zonder twijfel gezien als de grondleggers van de Skandinavische,
maatschappij-kritische misdaadroman.
Sjöwall & Wahlöö hebben met hun politieromans met
Martin Beck in de hoofdrol een groot internationaal lezerspubliek
weten te veroveren. Nu, anno 2003 worden hun boeken opnieuw in Nederland
uitgegeven. De boeken zijn meermaals verfilmd en grote hedendaagse
misdaadauteurs bewonderen hun werk en noemen het echtpaar als hun
grote voorbeeld. Maj
Sjöwall werd in 1935 in Stockholm geboren als dochter van Will
Sjöwall en Margit Trobäck. Ze studeerde journalistiek
en grafische vormgeving en ze vond werk als journalist en art-director
van enkele kranten en tijdschriften. Van 1959 tot 1961 werkte ze
bij uitgeverij Wahlström and Widstrad.
Per Wahlöö werd in 1926 in Lund geboren. Hij studeerde
geschiedenis aan de universiteit van Lund. Per begon zijn carrière
als politieverslaggever in Malmö, werd freelance journalist
in Stockholm en werkte enige tijd in Spanje als correspondent voor
een krantencombinatie. In 1956 werd hij door het Franco regime uitgewezen.
Na de halve wereld rondgereisd te hebben vestigde hij zich tenslotte
in Zweden en werkte als journalist en schrijver. Aan het eind van
de vijftiger jaren publiceerde hij zijn eerste boek. Daarna verschenen
nog meer politiek getinte misdaadromans.
Bij de uitgeverij die zijn boeken uitgaf leerde hij Maj kennen.
Dat was in 1961. Ze trouwden kort daarna en dit was het begin van
hun samenwerking als schrijvers. De zorgvuldig geplande misdaadromans
schreven ze in de avonduren, als hun zonen Tetz en Jens naar bed
waren. De boeken zijn in heerlijke, lange zomernachten ontstaan,
aldus Maj Sjowall. ‘We zaten tegenover elkaar te schrijven
en praatten weinig. De dag daarna corrigeerden we elkaars werk en
typten de teksten uit’.
Vanaf het begin was duidelijk dat er tien boeken zouden verschijnen.
Ze wilden geen vermoeide schrijvers worden.
De boeken verschenen tussen 1965 en 1975. In 1965 kwam de eerste
roman uit genaamd Roseanna en tien jaar later was de reeks voltooid
met ‘Terroristerna’.
Ze wilden met hun tien romans de toenmalige misstanden in de Zweedse
samenleving aan de kaak stellen.
Zoals Wahlöö het formuleerde was het hun bedoeling ‘om
de misdaadroman te gebruiken als een scalpel om de buik van de ideologisch
verpauperde en moreel discutabele zogenaamde welvaartstaat van de
bourgeoisie open te snijden.’
Zelfs in de roerige jaren zestig werkte een dergelijke radicale
uitspraak niet in hun voordeel.
Het succes van de serie is meer te danken aan de zorgvuldige research
en de aandacht voor het detail. De boeken fungeerden als een spiegel
van de Zweedse samenleving. Maj Sjowall zegt : ‘We streden
voor tolerantie en tegen vreemdelingenhaat en we stelden de personele
problemen bij de politie aan de kaak. In De eerste drie romans waren
rechttoe rechtaan politieromans met nadruk op de werkwijze van de
politie. Daarna veranderde de stijl. Door een commissaris met zijn
privé-leven centraal te stellen ontketenden ze een ware revolutie.
Vanaf het eerste boek introduceerden ze de belangrijkste hoofdpersonen.
Allereerst is daar een solide en methodische werkende Beck. Hij
slaapt slecht en heeft last van zijn maag. Midden jaren 40 is hij
bij de politie gegaan en hij ontmoette Inga, zijn toekomstige vrouw
tijdens een kanotocht. Ze hebben twee kinderen maar hun huwelijk
houdt geen stand. Een andere hoofdpersoon is Lennart Kollberg, hij
haat geweld en wil eigenlijk geen wapen dragen. Gunvald Larsson
is de derde figuur, hij is een boerse man. De favoriete romanfiguur
van Per Wahlöö was Einar Rönn, afkomstig uit het
noorden van Zweden. En tot slot Kristiansson and Kvant, politiemannen,
die de ene blunder na de andere maken.
Per Wahlöö stierf op 23. Juni 1975 in Lund, nadat de reeks
was voltooid.
Maj Sjöwall heeft daarna nog een boek gepubliceerd (1990) samen
met de Nederlandse thrillerauteur Thomas Ross getiteld ‘De
vrouw die op Greta Garbo leek’. Ook namen Ross en Sjöwall
de verantwoordelijkheid op zich voor de zogenaamde 'vijfsterrenreeks',
de thrillerserie van uitgeverij het Spectrum, waarin meerdere goede
misdaadromans zijn verschenen (o.a. van Ruth Rendell).
Uit een Duits interview uit 2002 blijkt dat Maj nog werkt als vertaalster
(van bijvoorbeeld van Robert B. Parker). Zoals ze zelf zegt: ‘De
uitgevers denken dat de boeken beter verkopen als mijn naam vermeld
is’.
Ze houdt nog steeds niet van de wereld die draait om het grote geld,
wat dat betreft vindt ze zichzelf niet veranderd. Zelf wil ze geen
misdaadverhalen meer schrijven: te saai, te triest, te uitzichtsloos.
Volgens Maj worden er teveel Zweedse misdaadromans geschreven die
op hun concept gebaseerd zijn. De reden daarvoor is dat er veel
geld te verdienen valt. Sommige Zweden maken er grappen over. ‘Alle
Zweedse politiemensen hebben maagproblemen, zijn depressief en hebben
huwelijksproblemen’.
Maj zelf leest bijna geen thrillers meer. Veel bekende auteurs hebben
haar boeken gestuurd met daarin de vermelding ‘bedankt voor
de inspiratie’. Zo ook Henning Mankell die 30 jaar na het
succes van Per Wahlöö en Maj Sjowall de wereld bestormde
met zijn Wallander-reeks.
Maj Sjowall is niet rijk geworden door het wereldwijde succes van
de reeks. Het contract deugde niet. Soms zelfs heeft ze moeite haar
huur te betalen, aldus Maj Sjowall.
Zie ook Crimezone
voor mijn interview met de schrijfster
|
|