Gun Johanson zit een gevangenisstraf uit wegens moord. Ze praat niet en
wil met niemand contact. Gevangenisdominee Ingrid Carlberg doet pogingen.
Misschien kan zij doordringen tot de geheimen die Gun met zich meedraagt?
Ingrid, de dominee, is een ingetogen en geremde vrouw.
Ze cijfert zichzelf weg en is dienstbaar aan anderen. Ze leidt een ascetisch
leven: soberheid, schaamte en niet willen opvallen zijn begrippen die
bij haar passen. Deze Ingrid is de hoofdpersoon en dominee. Ze voert regelmatig
in zichzelf gesprekken met God. Hierdoor weet je wat ze denkt en wat haar
bezig houdt. Maar door dit alles komt deze Ingrid nog niet tot leven.
Integendeel. Gaandeweg het boek begon haar personage me steeds meer te
irriteren. Er is nergens sprake van enige zelfrelativering of zelfspot,
hierdoor zou een dergelijke hoofdpersoon meer aansprekend of innemend
kunnen worden. Maar Ingrid gaat op in zelfbespiegelingen en ‘goed
doen voor de ander’. Ook andere personages hebben mij nergens bereikt
of beroerd. Zo komen er een paar mannelijke zijfiguren voorbij met wie
dominee Ingrid contact krijgt. Wat er dan gebeurt, overtuigt niet.
Emoties van personages worden op een merkwaardige manier beschreven. Soms
zijn ze zo ‘groots’ dat het bijna een karikatuur wordt. Op
andere momenten komen emoties zo plotseling op dat ik dacht: ‘Wat
krijgen we nou’.
Waarom wil Gun - die nooit met iemand wil praten- wel met Ingrid praten?
En waarom trekt de gevangenisdominee zich het lot van Gun zo aan? De schrijfster
geeft hierover geen opheldering.
De plot vond ik mager en spanning was in het hele boek ver te zoeken.
Helena von Zweigbergk heeft een prachtige naam. Helaas heeft ze een –
voor mij – teleurstellend debuut geschreven. |