naar start | a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | r | s | t | u | v | w | x | y | z
Koningsoffer (2007) Ben Siemerink ***
Carnevalesk.


Ben Siemerink is in het dagelijkse leven journalist. ‘Koningsoffer’ is zijn debuut.
Het verhaal speelt zich af in Bokesloo, een fictief provinciestadje. Wie enigszins bekend is in Twente herkent al snel Oldenzaal. Vanwege onder andere de St. Plechelmusbasiliek en het carnaval.
De naam van deze fictieve plaats is niet verkeerd bedacht. Naast de buurtgemeentes Almelo en Hengelo ‘bekt’ Bokesloo goed. Het verhaal speelt zich af tijdens carnaval - van vrijdag tot en met Aswoensdag.

Hoofdpersoon is de journalist Berend van der Kloeze. Hij schrijft al jaren stukjes in de krant die niet veel om het lijf hebben. Hij kent het stadje en zijn bevolking. Hij kent ook het jaarlijkse carnaval, de carnavalsverenigingen en de plaatselijke middenstand. Zijn stukje over het carnaval roept hij elk jaar weer op in zijn p.c. Hij verandert de datum en meldt dat er geen ongeregeldheden waren. Ondertussen ergert hij zich mateloos aan het feit dat incidenten, veroorzaakt door luidruchtige en dronken carnavalsvierders, ‘onder de pet’ worden gehouden.
Berend is geen vrolijk type, hij leeft in onmin met zijn baas en heeft eens per week een uitje met zijn oude moeder die nog altijd op hem moppert. Zijn drankzucht is zijn handelsmerk en menig keer vindt hij zichzelf terug na een avond doorzakken.
Een andere hoofdpersoon is David. Hij is onaangepast, een buitenissig element in het provinciestadje. Een vreemde eend in de bijt die onnavolgbare brieven schrijft aan de krant. Berend raakt geïnteresseerd in deze paradijsvogel. Hij ziet overeenkomsten met zichzelf in zijn jonge jaren. Onaangepastheid en vrijzinnigheid - tegen de stroom in - wekken zijn interesse en zijn compassie.

Ben Siemerink heeft een knap debuut geschreven. Een storend element bij een debuut is regelmatig dat een auteur teveel wil en te weinig schrapt. Ben Siemerink is niet in deze valkuil getrapt. Integendeel. Hij heeft een compact verhaal geschreven van pakweg 130 pagina’s dat staat en zich onderscheidt. Het provinciestadje wordt goed geschetst, de hoofdpersonen komen uit de verf en het verhaal is spannend. Er is een mooie parallel tussen de toenemende gekte van carnaval en de gekte van een individu. Het verhaal roept beelden op en aan het eind trakteert de schrijver op een interessante plot. Op Aswoensdag is de cirkel rond en kan het gewone leven – na enkele turbulente dagen – weer zijn loop nemen.

Na de Twentse soap is er nu ook een Twentse thriller. Voorzien van ‘couleur locale’, plaatselijke gebruiken, uitstapjes naar het landschap, humor en de volksaard van de Tukker.
Een mooi klein verhaal, vakkundig verteld door een insider. Goed debuut!