Twitter Facebook Gastenboek

Stieg Larsson

Op 27 oktober 2004 verscheen in Zweden het eerste en tevens laatste interview met Stieg Larsson. De auteur overleed op 9 november 2004

Stieg Larsson is een van de oprichters van Expo

Vertaling: Martin Jansen in de Wal ( oorspronkelijk interview: Lasse Winkler, Svensk Bokhandel)


Dit is het eerste - en tevens laatste - interview met Stieg Larsson, tijdens zijn eerste openbare optreden als misdaadauteur. Het werd gepubliceerd in Svensk Bokhandel nr 18/04. Stieg Larsson overleed in 2004 en maakte helaas het enorme succes van zijn trilogie niet meer mee. Pas na zijn dood verscheen het eerste deel in Zweden waarna andere delen volgden en wereldwijd een enorm succes werden.

Expo is een particuliere organisatie met een heel simpele doelstelling: het verdedigen van de democratie en de vrijheid van meningsuiting tegen racisme, antisemitisme en ultrarechtse- en totalitaire stromingen in de samenleving. De organisatie staat los van welke partijpolitiek ook. Mensen die voor Expo werken variëren van jonge conservatieven tot bekeerde communisten, en alles wat daartussen zit, maar ze moeten hun politieke bagage thuislaten wanneer ze bij Expo komen.

Over het tijdschrift Expo en bedreigingen:
We zijn gestart in 1995, toen er zeven mensen waren vermoord door neonazi’s. In het begin werd het tijdschrift gemaakt door jonge mensen die er zo hard aan werkten dat ze na anderhalf à twee jaar al waren opgebrand. Ik werkte vaak ’s nachts door om de hele zaak op de rails te houden. We kregen geen enkele steun van de samenleving en in 1998 ging het tijdschrift ter ziele. We hadden op dat moment nog maar drie tot vijf mensen die zich ermee konden bezighouden en kregen de opdracht het hele gebeuren te herstructureren en alle schulden te betalen. In 2001 hebben we Expo helemaal gereorganiseerd en een nieuwe directie gekozen.
Ik ben een paar keer bedreigd. Dat overkomt je nu eenmaal wanneer je dit soort dingen schrijft. Dan kun je erop wachten, op dreigementen. Zelfs wanneer je stukken schrijft die je zelf als ‘onschuldig’ beschouwt. Als het te erg wordt, bellen we de politie. Bijvoorbeeld in 1999, toen er bij Kurdo Baksi een kogel door de ruit van zijn huis werd geschoten, toen als ons drukwerk werd beschadigd en de distributeurs van Expo werden mishandeld. Maar ik geloof niet dat we meer dan drie keer de politie hebben gebeld

Dit najaar debuteert Stieg Larsson met het eerste deel van zijn Millennium-reeks over het duo Mikael Blomkvist en Lisbeth Salander. De titel van dit boek is Mannen die vrouwen haten.

Over de Millennium-reeks:
Ik ben in 2001 met schrijven begonnen. Gewoon, voor mijn plezier. Ik liep sinds de jaren negentig al met het idee rond. Kenneth A. van TT (het Zweedse Persbureau) en ik zaten ons vaak te vervelen en zijn toen samen begonnen aan een serie over een speurdersduo. Dat was erg leuk om te doen en we hadden het er vaak over hoe ons duo eruit zou zien als ze vijfenveertig waren en hun laatste zaak moesten oplossen. Toen is bij mij het idee ontstaan, hoewel in een iets gewijzigde versie.
Ik ben namelijk begonnen met Pipi Langkous. Hoe zou die er vandaag de dag uitzien? Hoe zouden de mensen haar als volwassene zien? Hoe zouden ze haar noemen? Een excentriekeling? Een autist? Ze heeft een andere kijk op het leven dan de meeste andere mensen. Of ze kijkt helemaal niet op het leven, zoals andere mensen dat wel doen. Van haar heb ik Lisbeth Salander gemaakt, vijfentwintig jaar oud, iemand die zich een totale outsider voelt. Ze kent niemand en heeft absoluut geen sociale vaardigheden.
Toen had ik iemand nodig die als tegenwicht diende. Dat werd Mikael ‘Kalle’ Blomkvist, een journalist van vijfenveertig. Een hardwerkende, kundige, goeie kerel die zijn eigen tijdschrift heeft, dat Millennium heet. De actie speelt zich af op en rondom de redactie van het tijdschrift, maar ook rondom Lisbeth Salander, die eigenlijk geen privé-leven heeft.
Er komen veel personages in mijn boeken voor, een hele lijst. Ik werk met drie afzonderlijke groepen. Eén groep rondom het tijdschrift, Millennium, waar zes mensen werken. De secundaire personages verschijnen niet op het toneel om zomaar iets te zeggen; wanneer ze iets zeggen of doen, moet dat bijdragen aan de plot. Het is geen gesloten wereld waarin alles plaatsvindt. Dan heb je de groep rondom Milton Security, een particuliere beveiligingsfirma met een Kroaat aan het roer. En ten slotte een groep politiemensen die op zichzelf ook weer hoofdpersonages zijn.
Het is pas in het derde boek dat alle lijnen samenkomen, dat je begrijpt wat er werkelijk is gebeurd. Maar alle drie de boeken zijn een afgerond geheel. Plus dat er nog iets anders gebeurt. Want in de meeste misdaadromans zie je in het volgende boek niet welke consequenties een bepaalde geschiedenis kan hebben. In de mijne wel.

Over het schrijven van misdaadromans:
Ik lees mijn hele leven al misdaadromans. Toen ik bij TT werkte, schreef ik twee keer per jaar, in de zomer en met Kerstmis, een column over misdaadromans. Dan maakte ik een lijstje van de vijf beste boeken van dat moment. De auteurs die ik heb gepromoot zijn o.a. Sara Paretsky, Val McDermid, Elizabeth George en Minette Walters. Vreemd genoeg waren het bijna altijd boeken van vrouwelijke auteurs. Misschien omdat ik weet welke dingen me irriteren als ik een misdaadroman lees. Want vaak gaan ze over een of twee personen, maar over de wereld daarbuiten hoor je weinig.
Ik schrijf heel snel. Het is relatief gemakkelijk om een misdaadroman te schrijven. Het is een stuk moeilijker om een stuk van vijfduizend tekens te schrijven waarin alles voor honderd procent moet kloppen. We kunnen ons in Expo geen fouten permitteren, want dan worden we voor de rechter gesleept of afgemaakt in de andere media.
Wanneer je misdaadromans schrijft, schrijf je licht verteerbare literatuur, voor de ontspanning. Dat is iets heel anders dan klassieke literatuur of propaganda schrijven. Zoals iedereen weet zijn misdaadromans de beste en meest populaire manier om je te ontspannen. En als je daarnaast ook nog iets te zeggen hebt... En dat heb ik, natuurlijk.