Twitter Facebook Gastenboek

Jos van Cann

Interview : Jos van Cann over De Grote Crimezone Thriller Encyclopedie en verwante zaken....

Mensen laten kennismaken met.....

Inleiding.
Jos  van Cann publiceerde 5 jaar geleden zijn Moordgids. Hij heeft sinds die tijd niet stil gezeten. Het resultaat is De Grote Crimezone Thriller Encyclopedie. Hierin heeft hij drieduizend auteurs en twaalfduizend thrillers beschreven. Een heidens karwei. Uit een interview uit 2007 wisten we al dat Jos een groot liefhebber van het genre is. De publicatie van de encyclopedie was de aanleiding voor het stellen van enkele vragen

(interview: Ine Jacet)

Jos. Het samenstellen van De Grote Crimezone Thriller Encyclopedie moet veel tijd hebben gekost. Wat drijft jou?

Ik heb altijd veel gelezen. Op de lagere school naar de jeugdbibliotheek, later naar de ‘grote mensen-bieb’. Op een gegeven moment ontdekte ik dat graag de boeken met ‘revolvers’  en ‘vergrootglazen’ las; m.a.w. detectives. En dat ben ik blijven doen, maar het bleef lastig daar informatie over te vinden. Af en toe stond er wel iets over in de krant en in de opiniebladen, maar het was toch magertjes. Toen in 1980 de eerste Detective en Thrillergids van Vrij Nederland verscheen was dat een eye-opener: dat had ik al die tijd gemist. De eerste uitgaven inventariseerden echter alleen welke misdaadromans er op dat moment in Nederland verkrijgbaar waren, dat vond ik jammer want zo kreeg je geen overzicht maar alleen de stand van zaken op dat moment. Enfin, ik had er een paar bewaard en de boeken en auteurs daarin ben ik toen gaan inventariseren in een rood klappertje. Dat groeide uit en toen ik mijn eerste computer kocht, rond 1990, was de stap naar een digitaal bestand gauw – nou, ja – gemaakt. Twee jaar later dacht ik: het zou leuk zijn daar een boekje van te maken. Dat werd de eerste versie van De Moordgids die ik in eigen beheer heb uitgebracht en verkocht. Een leerzame ervaring. In de loop van de tijd was ik ook fanatieker geworden met het verzamelen uit nogal wat kranten en weekbladen. Het is grappig wat zo’n bestand met je doet. En blijven lezen natuurlijk.
Een paar jaar later vroeg Dagblad De Limburger of ik niet elke week thrillers wilde recenseren en misdaadauteurs wilde interviewen voor de krant (ik heb ook enkele jaren als journalist gewerkt). Dat heb ik tien jaar gedaan, maar door bezuinigingen is dat een paar jaar geleden gestopt. Maar daardoor heb ik onder meer wel in de Gouden Strop-jury gezeten, verscheen in 2004 De Moordgids bij Signature en maak ik nu deel uit van de jury van de Diamanten Kogel in Vlaanderen en het bestuur van het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs.
Waarom? Tja, dat is de vraag. Ik ben iemand die mensen graag wil laten kennismaken met onbekende dingen die de moeite waard zijn. Dat geldt vooral voor misdaadliteratuur maar met muziek heb ik dat ook mijn hele leven gedaan. Misschien heeft het er mee te maken dat ik aardrijkskundeleraar van opleiding ben....,

In de encyclopedie geef je een heel goed boek 2 sterren en een goed boek 1 ster. Je baseert je op de VN thrillergids en andere bronnen. Hoe was je werkwijze?

Ik ben ooit begonnen met de waardering van de VN-gids over te nemen. Alles zelf lezen is ondoenlijk en je wilt toch een houvast. Omdat dat mijn uitgangspunt was, heb ik daar aan vast gehouden en versimpeld. Ik ben me er van bewust dat een objectieve waardering nauwelijks bestaat, een inter-subjectieve is het best mogelijke. De sterren zijn een handreiking, niet meer. Ik zeg altijd: zelf lezen, zelf oordelen. Wat jij leuk en goed vindt, maak jij uit.

De titel op de voorkant heeft het woord ‘thriller’ in zich. Ik heb het liever over misdaadromans. Waarom geef jij de voorkeur aan het begrip ‘thriller’?

Dat heeft een praktische oorzaak: ‘thriller’ is korter dan ‘misdaadroman’. Ik geef zelf de voorkeur aan de laatste benaming – het is een breder begrip en dekt de lading beter –  maar in de praktijk gebruik ik de benamingen door elkaar.

In een vorig interview vertelde je dat je een volgende ‘moordgids’ zou willen koppelen aan je proefschrift. Is dat inderdaad gebeurd?

Enkele jaren geleden verscheen er een proefschrift over de streekroman. In het GNM kwam ter sprake of een proefschrift over de Nederlandse misdaadroman geen optie was. Met Jacob Vis ben ik naar prof. Dorleijn in Groningen gereisd om die mogelijkheden te bespreken. Tijdens het gesprek werd ik zelf enthousiast en ben verder gaan zoeken naar mogelijkheden. Ben toen aan de slag gegaan bij prof.dr. Maaike Meijer, Cultuurwetenschappen van Universiteit Maastricht, maar dat werd geen succes. Ik heb me flink verkeken op de hoeveelheid werk dat dit met zich meebrengt en hoeveel tijd dat zo’n onderzoek kost. Zeker als je fulltime werkt.
Maar het idee heeft me niet losgelaten en ik probeer nu een en ander weer op de rit te krijgen. Het gaat overigens niet alleen over misdaadliteratuur, maar ook over ontwikkelingen binnen de cultuur in het algemeen. Hopelijk gaat het deze keer lukken.
 
Je zegt in een recent interview dat de Nederlandstalige misdaadroman in opkomst is. Het lijkt wel of de markt de laatste jaren overspoeld wordt. Denk je dat dit in de toekomst nog zal toenemen?    

De laatste jaren is het inderdaad een ware stroom Nederlandstalige misdaadromans die jaarlijks verschijnen. Het heeft enerzijds te maken met het succes van de thriller in het algemeen (Niccy French, Dan Brown), maar aan de andere kant ook met de sterke opkomst van de vrouwelijke misdaadauteurs, zeker in Nederland. Denk maar aan Saskia Noort, Esther Verhoef en Simone van der Vlugt. Geen uitgever wil zo’n auteur missen, natuurlijk! Wat ook een rol speelt – denk ik – is dat het (in eigen beheer) uitgeven van een boek makkelijker is geworden door printing on demand en dat daar ook bedrijven voor zijn. Nederlanders hebben altijd veel geschreven; nu wordt er ook veel uitgegeven. Of dit nog toeneemt, weet ik niet. Het zou kunnen omdat iedereen een graantje mee wil pikken van de nog altijd groeiende markt voor misdaadromans.

Zie je nog nieuwe ontwikkelingen binnen het genre?

Terugkijkend is dat natuurlijk makkelijker te constateren; denk maar aan de Dan Brown-kloons of de Niccy French-lookalikes. De Zweeds hausse – Mankell en zeker Stieg Larsson – is ook voor iedereen zichtbaar nu. Dit soort incidentele succesverhalen zul je blijven houden.
Wat ik wel zie, is dat literaire auteurs steeds vaker elementen van de misdaadliteratuur ‘gebruiken’ (zie bijvoorbeeld ‘De logica van het moorden’ van Aifric Campbell of ‘Doodverf’ van onze eigen A.F.Th. van der Heiden). Dat vind ik een interessante ontwikkeling. 

In je boek staan geen afbeeldingen. Dit is ook niet noodzakelijk. Maar was dit een bewuste keuze?

Plaatjes maken het natuurlijk allemaal een stuk aantrekkelijker maar nemen ook ruimte in beslag. In de eerste plaats is De Grote CrimeZone Thriller Encyclopedie een naslagwerk. Als je hebt gevonden wat je zoekt, komen de plaatjes vanzelf.

Tegenwoordig zie je veel dat boeken ‘verstript’ worden. De 'graphic novel' lijkt in opkomst te zijn. Denk je dat hier ook een toekomst ligt voor de misdaadroman?

Ik heb er helemaal niets mee, nooit gehad ook. Dus ik moet je het antwoord schuldig blijven.

We kennen allemaal Wikipedia. De Grote Crimezone Thriller Encyclopedie is een voorbeeld van het categoriseren  van een genre. Denk je dat we een dergelijke encyclopedie voor thrillers ook op internet kunnen verwachten? Heb je misschien zelf plannen?

Wikipedia is natuurlijk een fantastische bron van informatie en inspiratie. Maar ik moet je eerlijk bekennen dat bij mij de balans tussen websites en boeken toch nog altijd duidelijk naar de laatste doorslaat. Internet herbergt een schat aan gegevens, maar het werkt toch anders als een naslagwerk. Dit antwoord geeft al aan dat ik het in elk geval niet zelf wil doen, maar dat ik er ook mijn vraagtekens bij zet. Bovendien zijn er tegenwoordig een flink aantal goede sites over misdaadromans, zoals deze. Met wat handig zoeken kom je al een heel eind op het web.

Welke auteur zou je graag in de toekomst nog eens willen ontmoeten om aan hem of haar enkele vragen te stellen?

Ik heb er in het verleden heel wat gesproken, maar vaak was het zo als je verwachtingen hoog waren gespannen viel de realiteit vaak tegen. Ik herinner me James Ellroy, wiens werk ik heel erg goed vind (lees de USA Underworld-trilogie!). De man had een vlucht en een hele nacht gemist, werd vanuit het vliegtuig in Amsterdam in een rondvaartboot gezet, halverwege geïnterviewd en daarna, in het hotel, was ik aan de beurt: eenlettergrepige antwoorden op mijn vragen. Begrijpelijk, maar toch teleurstellend.
John le Carré zou ik wel eens willen vragen hoe het komt dat oudere mannen (schrijvers, politici ook trouwens) vaak een verassend progressieve kijk op de wereld ontwikkelen. Bovendien kan ik hem dan complimenteren met zijn fantastisch oeuvre.

Begint het bij jou nooit te kriebelen om een thriller te gaan schrijven nu zoveel boeken van Nederlandstalige auteurs verschijnen?

Neen. Daar voel ik geen enkele aandrang toe. Misschien omdat ik weet hoe moeilijk het is om een goed boek te schrijven. Maar misschien ook omdat ik jaarlijks zie wat er op de markt komt en daar lever ik liever op een andere manier een bijdrage aan.

Tot slot. Heb je nog een tip voor de bezoekers van misdaadromans.nl. Welk boek dat je recent gelezen hebt zou je iedereen willen aanraden?  

Aifric Campbells ‘De logica van het moorden’; ‘Snel geld’ van Jens Lapidus en ‘Het schervengericht van A.F.Th. van der Heijden. En niet te vergeten: Underworld USA-trilogie: Het bloed kruipt (2009, Blood’s a Rover); Zes ruggen (*****, 2001, The Cold Six Thousand); Crime Wave (1998); Amerikaans riool (****, 1995, American Tabloid).