Twitter Facebook Gastenboek

Interview Nicolet Steemers

Een interview naar aanleiding van de publicatie van Zachte heelmeesters de tweede misdaadroman van deze schrijfster uit het oosten van ons land.

Fascinatie voor het Stockholm-syndroom...

Door: Ine Jacet en Daniëlle Kertzman


Nicolet Steemers debuteerde in 2006 met haar misdaadroman Het hart en de moordkuil. In 2007 verscheen Zachte Heelmeesters. Nicolet Steemers is van beroep journalist en woont in het oosten van het land. Tijd voor enkele vragen over haar werk, haar voorkeuren en haar boeken.

Naast het schrijven van misdaadromans werk je als freelance journalist voor twee dagbladen: de Gelderlander en de Twentse Courant Tubantia. Waarover schrijf je in deze beide kranten?

Voor de Twentsche (ouderwets geschreven met sch) Courant Tubantia maak ik wekelijks een Podiumpagina, met de culturele evenementen in de regio. Daarnaast heb ik een vaste rubriek, getiteld Met Hart & Ziel. Voor de Gelderlander schrijf ik zo nu en dan recensies.

Ik kan me voorstellen dat een baan binnen de journalistiek een stimulans kan zijn om een misdaadroman te schrijven. Klopt dat?

Nicolet Steemers

Meestal kom ik alleen met mensen in aanraking, die zich bezig houden met de kunsten. Het misdaadpercentage is daar heel laag! Maar de aanleiding om Zachte heelmeesters te schrijven had wel met het nieuws te maken: de ontsnapping van het Oostenrijkse meisje Natascha Kampusch, dat jaren gegijzeld werd door een werkeloze ICT ‘er.

Je hebt een conservatoriumopleiding klassiek gitaar gedaan. Speelt muziek binnen jouw boeken een rol?

Muziek speelt wel een rol, zij het een bijrol. In Het hart en de moordkuil speelt Louise, de hoofdpersoon, gitaar, en in Zachte heelmeesters maakte Mila (in betere tijden) deel uit van een bandje dat zich in psychedelic funk specialiseert.

Je zegt in een interview : ‘Humor en spanning kunnen botsen’. Je hecht veel waarde aan humor binnen je boeken. Kun je dit toelichten?

Ik hecht heel veel waarde aan humor, niet alleen in boeken, dat geldt voor het hele leven. Personages komen voor mij pas tot leven als ik merk dat ze gevoel voor humor hebben. Drama’s waarin niets wordt gerelativeerd vind ik al snel drakerig. De tragikomedie is mijn favoriete genre, en een goede schrijver is in staat een drama schrijnender te maken door de personages een interessante persoonlijkheid mee te geven. Dat laatste staat of valt met zelfreflectie en humor. In combinatie met spanning kan het soms averechts werken. Ik betrap mezelf er midden in het schrijven van een spannende scène wel eens op dat het tijd wordt om de personages iets verrassends te laten denken of zeggen, terwijl ze natuurlijk gewoon stuiterend van de adrenaline achter elkaar aan moeten rennen. Op zulke momenten past ironie niet.

Zijn er auteurs waarvan je vindt dat ze een goede balans hebben gevonden tussen humor en spanning?

Ja. Tim Krabbé en Renate Dorrestein bijvoorbeeld. Of je het humor kunt noemen weet ik niet, maar dat zijn wat mij betreft schrijvers die intelligente personages creëren. Persoonlijkheden over wie meer verteld kan worden dan dat ze te betreuren zijn als slachtoffers.

Een andere uitspraak in datzelfde interview is: Hoe je het ook wendt of keert, een thriller is toch formulewerk. Een boek met een spanningsboog. Wil je deze uitspraak toelichten?   

Dat heeft veel te maken met de vorige vraag. Doordat je de lezers een spannend boek belooft, ben je gedwongen niet teveel uit te wijden over gedrag en gedachten die niet veel met het plot hebben uit te staan. Aan de ene kant werkt dat goed: je vervalt minder snel in geneuzel. Aan de andere kant vind ik het wel eens jammer. Net of iemand je steeds in je nek hijgt: opschieten, doorgaan, doorgaan…

Lees je zelf regelmatig misdaadromans? Welke schrijvers?

Renate Dorrestein, Tim Krabbé en Nicci French. Groene Vrijdag van Elvin Post vond ik ook boeiend.

Pleeg je veel research voor je boeken?

Ja, voor zover mogelijk. Vaak gebruik ik nog geen 10 procent van de kennis die ik opdoe, maar ik wil toch met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kunnen uitsluiten dat ik stupide uitlatingen doe.

René Appel zegt in zijn boek Spanning in verhalen o.a. ‘Maak waar mogelijk gebruik van dialogen’. Jij schrijft veel dialogen.....

Mensen zijn boeiend materiaal. De meest rechtstreekse manier om een verhaal te vertellen is via dialogen, vind ik.

In Zachte Heelmeesters wordt een aantal keren verwezen naar de zaak Natascha Kamphues in Oostenrijk. Deze zaak is een inspiratiebron geweest voor het schrijven van dit boek. Je was ook altijd al gefascineerd door het Stockholm-syndroom. De psychiater Bruno Bettelheim heeft het begrip 'identificatie met de agressor' bedacht. Seksueel, fysiek en emotioneel geweld zijn voor het kind zo angstaanjagend dat hij tijdens de mishandelingen niet in zijn eigen zelf kan blijven. Om zijn pijn te overleven, verliest het kind alle besef van zijn eigen identiteit en identificeert zich in plaats daarvan met de mishandelaar....Vind je dat beide begrippen op elkaar lijken?

Daar snijd je een interessante kwestie aan. Is identificatie met de agressor hetzelfde mechanisme als het Stockholm-syndroom? Misschien is wat Bettelheim beschrijft een extreme variant, die alleen bij heel jonge kinderen voorkomt. Omdat de eigen persoonlijkheid nog kneedbaarder is op jonge leeftijd, is het kind zich misschien niet bewust van het feit dat het zichzelf beschermt door de eigen identiteit te blokkeren. Als ik morgen gegijzeld wordt, heb ik een keus en ben ik me daarvan bewust. En moet ik misschien leven met de harde werkelijkheid dat ik niet genoeg kracht kan opbrengen om me openlijk te verzetten. Of wie weet, ben ik toch wel die held die ik graag zou willen zijn. We weten het pas als we op de proef gesteld worden.
Overigens ben ik begonnen aan Zachte heelmeesters omdat ik vond dat iedereen vlak na de ontsnapping van Kampusch wel erg snel een oordeel had over de vermeende zwakheid van haar karakter. Een kind notabene! Die erin geslaagd was deze gruwel te overleven! Na haar interview op televisie draaide men trouwens snel bij.
Ik wilde meer weten over het Stockholmsyndroom en heb contact opgenomen met wetenschappelijke uitgeverijen. Het antwoord was dat er praktisch geen literatuur over bestond. Dat bevreemdde me en zo kwam ik op het idee om dit boek te schrijven.


Site van Nicolet Steemers

Recensie : Zachte heelmeesters

Hoe ben je aan de titel Zachte Heelmeesters gekomen?

De titel slaat terug op zowel de behandeling die Mila ondergaat bij de psychiater als de opvoedkundige methoden van haar moeder, Heleen.

Waarom heb je de keuze gemaakt om dit boek te schrijven vanuit de ik-vorm van Heleen de moeder?

Ik heb het wel geprobeerd te beschrijven vanuit Mila, maar daar werd het drama te groot en te zwaar van en het verhaal te expliciet. Ik geloof niet dat mij dat ligt. John Fowles heeft met The Collector al een geweldig boek geschreven vanuit een gegijzelde, en ik geloof niet dat ik dat nog eens dunnetjes over zou willen doen. Zelf ben ik moeder van twee kinderen en het kostte me weinig moeite om me in Heleen te verplaatsen. Bovendien was er op deze manier meer plaats voor het raadsel.

Je bent nu bezig aan je derde boek dat naar verwachting in het najaar van 2008 zal verschijnen. Kun je een tipje van de sluier oplichten waar dit nieuwe boek over gaat?

Het gaat over schuld en boete. Jammer dat die titel al bestaat!