start | boeken | auteur|interview| links| Naar index
Wie zoekt op internet en terecht komt bij de website van Peter de Zwaan en op de site van de Thrillergids van Vrij Nederland stuit op het veelzijdige oeuvre van deze in Meppel geboren Nederlandse auteur. De VN thrillergids maakt melding van circa 50 titels. Kinderboeken met o.a. als hoofpersonen Beer en Marc, Tijger, Tigran, Dominique en Dinand Dubbel , Arie Roos, Jan Prins en de bekende Bob Evers. Daarnaast is Peter de Zwaan sinds jaar en dag de schrijver van misdaadromans. Vijftien titels staan op zijn naam. In 2000 werd zijn boek ‘Het Alibibureau’ bekroond met de Gouden Strop.
Wie is deze auteur die in 2006 ‘De voeder’ schreef en wederom met 4 sterren gewaardeerd werd door de strenge VN thrillergids.

Peter de Zwaan werd op 17 augustus 1944 geboren in Meppel. Hier volgde hij de HB. Na de middelbare school trok hij rond door Frankrijk en deed inspiratie op voor de jeugdseries ‘Tijger Tigran en Dubbelspel’. Na een jaar keerde hij terug en begon aan zijn loopbaan als journalist. De omgeving van zijn geboorteplaats Meppel is terug te vinden in de Beer en Marc-serie. De hoofdrolspelers in deze serie beleven hun avonturen onder meer in de Staatsbossen bij IJhorst, de gondelvaart in Giethoorn en het Shakespeare-openluchtspel in Diever.
Peter de Zwaan was van augustus 1969 tot september 2003 werkzaam voor regionale krant ‘De Twentsche Courant/Tubantia. Van 1984 tot 1996 was hij chef van de kunstredactie met film en video als specialiteit. Vanaf 1996 schreef hij een dagelijkse column in deze krant.
Aanvankelijk schreef Peter de Zwaan jeugdboeken. Tot in 1992 ‘Dietz’ verscheen, zijn eerste thriller. Dit leverde hem meteen een nominatie op voor de Gouden Strop.
De Zwaan is thrillers gaan schrijven omdat: ‘Ik altijd van thrillers heb gehouden. Duizenden heb ik er gelezen en het kwam nogal eens voor dat ik dacht: zo kan ik het ook, maar dan beter. Dat klinkt eigenwijs, maar als je niet eigenwijs bent dan word je geen schrijver. En de schrijver die zegt dat het anders ligt die liegt tegen alle klippen op.’
‘Ik hou van de Californische school, de zogenaamde hard boiled-romans. Ik hou niet van het Agatha Christie-gedoe. Lees van haar boeken het laatste hoofdstuk en je weet alles. Geef mij maar Elmore Leonard, Carl Hiaasen of Harlan Coben.’
Zijn eerste thrillers spelen zich af in een Amerikaans-achtige stad die hij zelf heeft bedacht, een samenstelling van de vele Amerikaanse steden die hij heeft bezocht. 'Zijn favoriete hoofdfiguur is een straatslimme randcrimineel met ruim overlevingstalent die verdwaalt in veel te grote zaken,' aldus de Thrillergids van Vrij Nederland..
Peter de Zwaan schrijft vaak over ‘schlemielen’. ‘Zij zijn moeilijker te beschrijven. Probeer een schlemiel maar eens aardig te maken. Bij een superheld als James Bond is dit veel gemakkelijker.’
Over het schrijven zegt de auteur het volgende. ‘Ik zeg tegen iedereen die het wil horen: schrijven is ellendig werk, maar bedenken, dat is prachtig. Ik hou niet van schema's. Sorry, dat is niet helemaal waar. Ik ben dol op schema's, ik hou me er alleen nooit aan, dus in de praktijk heb ik er weinig aan. Als je bezig bent met een boek dan merk je dat het verhaal zich als het ware vanzelf ontwikkelt, en zich niets van een schema aantrekt.
Als het denken over een boek meetelt doe ik er tamelijk lang over. Als het handwerk begint (het schrijven dus) begint het op te schieten. Na een maand of drie zijn we dan een heel eind."
"Ik weet niet van te voren hoe een boek zal eindigen. Ik heb wel een idee. Meestal een vaag idee. Het ontwikkelt zich terwijl ik aan het werk ben."
Wat is zijn favoriete boek uit zijn eigen oeuvre? ‘Ik denk dat 'Keel van Glas' er uitspringt, al was het maar omdat je zo'n boek, zo'n type boek maar een keer kunt schrijven. Overigens ben ik over ‘De klusjesman’ zeer tevreden. Er zit, naar mijn gevoel, iets meer vernuft in dan in ‘Alibibureau.’
De personages in zijn boeken hebben vaak geheimen en acties worden vaak veroorzaakt door wraak. De ateur zegt hierover: 'Ik geloof niet dat er iemand bestaat zonder geheim, hoe minuscuul ook. Je kunt geen dertig, veertig, vijftig, worden zonder dat je een keer iets ongelooflijk stoms doet, of een fout maakt [...] Het is onmogelijk om lelieblank door het leven te gaan.'
'Ik ben iemand die niet gebouwd is voor de linker- en de rechterwang. In gedachten neem ik altijd op de meest vreselijke wijze wraak, maar ik ben te lui om het echt te doen. Ik bedenk wel 87 varianten om iemand te grazen te nemen, maar ik voer ze niet uit want ik ben niet handig genoeg, ik zou meteen gepakt worden.
De mens is geneigd om wraak te nemen, zeker als hij het vermoeden heeft dat niemand hem iets kan maken. Ik geloof niet zo in het goede in de mens.'

De hoofdpersonages van Peter de Zwaan zijn vaak criminelen. Waarom is dit het geval?
‘Ik hou er van om te schrijven over mensen die niet deugen. De kunst is om hen zo neer te zetten dat de lezer toch met hen gaat meeleven. Een keurige, oppassende burger aardig laten lijken is zo moeilijk niet. Een a-morele figuur die liegt en bedriegt toch iets aardigs meegeven is een stuk lastiger, en aanzienlijk interessanter.’
Als de auteur begint te schrijven is er vaak nog geen plot. Dat ontwikkelt zich gaandeweg het schrijfproces. De onderwerpen van zijn misdaadromans zijn afkomstig uit het dagelijkse leven. ‘Uit de krant, uit losse knipsels, uit aantekeningen die ik maak als me (vaag) iets te binnen schiet.’ Peter de Zwaan vindt het bedenken van titels lastig, lastiger dan het schrijven van een boek.
In De Thrillerkrant (2003) zegt de auteur in een interview het volgende. ‘Mijn verhalen worden vaak ingehaald door de werkelijkheid. Het begon met 'Dietz' (zijn eerste thriller) Dat boek was nog niet uit of de Arbeiderspers kreeg een nieuwe directeur die zo heette. …Of neem 'Het alibibureau'. Vrijwel tegelijk met het verschijnen van dat boek wilde een Engels bedrijf hier zo’n bureau vestigen. Ik weet niet of dat er ook is gekomen. Wel zit ik nu in een bestand als ervaringsdeskundige op het gebied van alibi’s. … Ik was net klaar met 'De bemiddelaar' toen ik op Het journaal een item zal over bemiddelen, mediation…. Met 'De klusjesman' was het weer raak. Ik had het boek net af, toen bekend werd dat een klusjesman werd verdacht van de moord op twee Nederlandse echtparen, in de buurt van Toulouse. … Heel raar allemaal, vooral omdat ik zo mijn best doe om geen herkenbare personen of situaties in mijn boeken te verwerken. '

Ooit stond er in de NRC een recensie over zijn boek ‘De regels’. Een zinnetje daaruit was blijven steken: ‘De vrouwen zijn natuurlijk weer allemaal mooi en begeerlijk'. De auteur zegt hierover: 'Ooit, nam ik me toen voor, schrijf ik nog eens een boek waarin de belangrijkste vrouw lelijk is, want ik wil van dat soort gezeur af zijn.'
Peter de Zwaan heeft woord gehouden. Becca uit 'De klusjesman' is een grote, tamelijk zware lelijke vrouw en de vrouwelijke hoofdpersoon uit 'De voeder' is werkelijk kolossaal. Elisha weeg driehonderveertig kilo.
De mannelijke hoofdpersoon uit ‘De voeder’ is Jeff Meeks. Dit boek kreeg in de VN thrillergids van 2006 4 sterren en is genomineerd voor ‘De Diamanten Kogel’. Deze Jeff Meeks heeft zich na een uit de hand gelopen overval teruggetrokken op het platteland om uit handen te blijven van de politie. De gangsterbaas Baz Madden denkt dat hij er met de poet vandoor is. Na jaren wordt hij in de Amerikaanse wildernis opgezocht door twee mannen die hem terug moeten brengen naar Denver. Hij schakelt ze uit, neemt het heft in eigen handen en vertrekt naar Denver. Inmiddels is de tweede druk van 'De Voeder' verschenen.
Blijkbaar is het schrijven over Jeff Meeks Peter de Zwaan goed bevallen want begin 2007 zal bij uitgeverij De Geus een nieuwe misdaadroman verschrijnen met Jeff in de hoofdrol. De titel luidt: ‘Duivelsrug’. Overigens verschijnen de boeken van Peter de Zwaan bij meerdere uitgeverijen. ‘Omdat uitgeverijen me bellen en vragen of ik een boek wil schrijven.’
Peter de Zwaan, een Nederlandse auteur met een oeuvre om ‘u’ tegen te zeggen. Een specialist in het zogenaamde hard-boiled genre en volgens kenners: een groot stilist. Een mooi compliment.