Banner nienke
Terug naar start
Paradiso (2008) – KEES VAN BEIJNUM ***
Weinig verrassend

Op een warme zomerochtend is “geluksdeskundige” Mart Hitz onderweg naar zijn vrouw om haar te vertellen dat hij haar voor een ander gaat verlaten. Hij heeft zijn minnares Karin (die op haar beurt weer haar man verlaat) en haar spullen opgehaald en haar naar een tijdelijk onderkomen gebracht.
Aan de rand van zijn woonplaats stuit hij op een wegversperring. De dijk langs de ringvaart is doorgebroken en de bewoners zijn overgebracht naar een sporthal. Zijn vrouw blijkt niet in de sporthal te zijn en ook niet in het bowlingcentrum waar zich eveneens evacué(e)s bevinden. Ook thuis is ze niet. Op het politiebureau wordt hij niet echt serieus genomen. Zijn schoonzus zegt dat ze Marts vrouw Dana met haar jeugdliefde Johan, die verdronk toen hij 20 was, bij de plas heeft gezien.
Even later vindt Mart een gebruikt bierglas wat wijst op een andere man in huis. Ook hoort hij dat er een busje bij zijn huis is gesignaleerd. Mart begint een even duistere als zenuwslopende zoektocht die hem door het onbekende leven van zijn vrouw voert.
Zo vindt hij haar auto en komt hij erachter dat zijn vrouw -zonder dat hij dit wist- gesprekken met een psychiater voerde. Ook is ze bij een medium geweest om contact te leggen met haar overleden vriend. Ondertussen komt zijn dochter er via een vriendin achter dat haar vader een relatie heeft. Ze is hier erg boos over en gaat tijdelijk bij haar opa en zijn vriendin wonen.
Op een gegeven moment ontmoet Mart de eigenaar van het busje. Hij lijkt op de verdronken vriend.
Zijn vrouw komt terecht; ze ligt dan in het ziekenhuis omdat ze naar verluidt is aangereden door een auto.
Als ze wordt ontslagen komt Mats stukje bij beetje achter de ware toedracht van de verdwijning. Dan biecht hij ook zijn relatie met zijn minnares op.
Dit stuk vond ik weinig verrassend.

Wel mooi beschreven is de manier waarop Mart uiteindelijk Karin laat vallen en de twijfels die er zijn over of zijn relatie met Dana nog wel een kans van slagen heeft. Ook de grote vraag wat er zou zijn gebeurd als Dana op de bewuste ochtend wel thuis zou zijn geweest wordt goed verwoord en zet je aan tot nadenken over het toeval dat zo’n grote rol speelt in deze roman.

Het boek pakt meteen, is vlot geschreven en de typeringen zijn af en toe raak (“ Ze zag eruit als een verwarde, ernstig verzwakte ex-proftennisster die zich sinds de verloren Wimbledonfinale van 1987 niet meer had omgekleed” en “Ze lagen op hun rug, verkrampt, als twee debutanten op het naaktstrand”).
Jammer dat de diepgang en de gelaagdheid te vaak ontbreken.