Maj Sjöwall & Per Wahlöö - De man die in rook opging ***
In den vreemde

Inspecteur Martin Beck mag maar kort genieten van zijn vakantie – na één dag al wordt hij teruggeroepen, de journalist Alf Mattson is verdwenen in Boedapest. Beck vertrekt quasi-incognito en zonder duidelijke opdracht naar Hongarije.
Martin Beck lijkt en is uitermate eenzaam in Hongarije. Alleen in den vreemde, in een communistisch land met vreemde praktijken. Maar zodra hij Vilmos Szluka ontmoet en er langzaam toch een kleine vertrouwensband tussen hen ontstaat, leeft Beck op. Het onderzoek lijkt zo moeilijk niet meer. Belangrijker nog is dat het tot Beck doordringt dat achter het IJzeren Gordijn ook maar mensen leven, zij het gestuurd door een overheid die er andere ideeën op na houdt.

De journalisten Sjöwall en Wahlöö zetten zich opnieuw af tegen de Amerikaanse standaardwerken. De eerste barsten in het huwelijk van Beck beginnen, de mens is in de misdaadroman gebracht. Met het oog van nu weet de lezer dat het dieper kan, Becks perikelen blijven nog wat oppervlakkig, maar het begin van de revolutie is in de zeventiger jaren met deze perikelen begonnen.
Anders dan De vrouw in het Götakanaal is dit bijkans geen politieroman te noemen, het is meer een roman en draait minder om politiewerk. Beck wordt meer opgevoerd om een maatschappelijk probleem aan de kaak te stellen, als persoon doet-ie er niet zo toe.
Opmerkelijk is dat Sjöwall en Wahlöö niet zozeer het gebruik van drugs aan de kaak stellen, maar meer nog het gemak waarmee het gesmokkeld wordt. Zou dat de journalistieke achtergrond zijn die opspeelt? Een regelrechte aanval op de afwachtende nonchalante houding van de overheid?

In ieder geval hebben ze de drugsproblematiek en de mensen onder het communistisch juk onder de ogen van vele lezers gebracht. En dan mag je best een romanschrijvende journalist zijn.