Petros Markaris - Het late journaal ** (vertaling : Noortje Pelgrim)
Twee vermoorde Albanezen

Twee Albanezen zijn neergestoken in hun armoedige woning in het Atheense. Commissaris Kostas Charitos heeft de dader echter snel opgespoord: ook een Albanees. Met flink wat moeite en ook wat geweld weet hij de Albanees een bekentenis te ontfutselen, geen motief, maar wat maakt dat ook uit—het zijn allemaal Albanezen.
Echter dat was niet gerekend op Janna Karajorg, een televisiejournaliste en volgens de commissaris er alleen op hem in de hoek te duwen. Charitos moet nu wel wat dieper op de zaak ingaan, maar dat levert alleen meer verwarring op. En als die ‘trut’ ook nog vermoord wordt, heeft Charitos de handen vol.

Begin jaren ’90 ging het er in Griekenland nog niet veel anders aan toe dan nu; een rommeltje dus. In deze misdaadroman is de democratie net hergevestigd in Griekenland (het kolonelsregime, de Junta, werd pas in 1974 beëindigd), maar de oude tijden leven nog in de onorthodoxe politieaanpak. De eerder genoemde Albanees had simpelweg de pech op het verkeerde moment op de verkeerde plaats én Albanees te zijn. Ware het niet dat Janna Karajorgi het voor zijn zaak opnam, want ondanks dat ze vermoord werd voordat ze haar scoop kon rondbazuinen, moet Charitos zich met frisse tegenzin in de zaak verdiepen. Een zaak die Charitos en de lezer - zo blijkt al snel - in een onuitwarbaar kluwen sporen voert van het Griekse zakenleven tot de wereld van de televisiejournalistiek. Naar een wereld waarin collegialiteit, letterlijk, geen vriendschap is.

Het late journaal rammelt aan alle kanten. Dat is geen wonder want Markaris haalt in de laatste bladzijden de figuurlijke konijn uit zijn pen. Bij een misdaadroman met een sympathiek hoofdpersonage die het verhaal draagt is dat geen bezwaar, maar Charitos is grofgebekt, hij houdt niet van vrouwen (zijn eigen vrouw Adriane incluis), niet van ondergeschikten (“Ik ben een lul [zegt hij] – dat weet ik, dat je een lul bent”) en van zijn Amerikaans geschoolde chef (“Afgemeten vragen, afgemeten antwoorden, alleen het hoognodige om te laten zien dat hij ten eerste druk, druk, druk is, ten tweede efficiënt en ten derde zakelijk. Zoals gezegd, Amerikaanse trucjes.”), laat staan van (televisie-)journalisten. Kortom; na 322 bladzijden valt het afscheid van Kostas Charitos niet zwaar.