Lene Kaaberbøl en Agnete Friis- De jongen in de koffer (2010) ****
Opgevouwen als een overhemd

De huiveringwekkende proloog creëert een sfeer van spanning – deze lijkt echter door de lange inleiding in te zakken. Figuren en bijbehoren overdonderen je – wie is wie en waarom?
Nina Bjorn – als Rode Kruiszuster heel wat meegemaakt – weet niet wat ze over zich haalt als ze een koffer gaat ophalen van het station. Deze herbergt een jongentje van een jaar of drie, opgevouwen als een overhemd. De spanning rijst als Nina besluit zijn herkomst te achterhalen.

In Polen zet de moeder alles op het spel om haar zoontje terug te vinden – maar ook haar voorgeschiedenis blijkt van belang.

Niet alleen beide vrouwen worden omringd door problemen – het jongentje is meegenomen door de verkeerde. Daarom zal ook de ontvoerder alles op alles zetten de betrokkenen uit te schakelen en het jongentje terug in handen te krijgen.

De drie verhaallijnen slingeren rond elkaar zonder in herhaling te vervallen. Samen vormen ze een beeld dat verder reikt  dan elk verhaal op zich.
De jongen in de koffer is een gedreven vertelling – in de beste Scandinavische traditie vaart het verhaal op sociale betrokkenheid. De kale – maar betrokken taal zorgt voor een spanning die wegleggen schier onmogelijk maakt.

“Het was niet belangrijk, en de misdaden die tegen hen [die hier officieel niet waren] werden begaan hadden niets met normale mensen en het rechtssysteem te maken. Alleen atypische personen als Nina konden niet de andere kant opkijken.”