Rechttoe, rechtaan
Jos is een eigenheimer met
een gouden hart. Als je ooit iemand nodig hebt, ga dan naar hém
toe.’ Miranda slaat haar pa’s advies niet in de wind.
Ze klopt meteen bij Jos De Spin aan als haar buurjongen Martijn
het pistool steelt dat ze voor een vriendje verstopte. Jos komt
te laat; Martijn verpatste de gun al in ruil voor crack. Zowel de
crackhandelaar als diens leverancier zouden het wapen graag teruggeven,
maar het gaat intussen al van hand tot hand door Amsterdam. Terwijl
Jos het bloedig spoor van het wapen volgt, verdwijnt Miranda. Is
ze er gewoon een tijdje vandoor of gebeurde er iets akeligs?
Dik 200 pagina’s houdt Hellinga de vaart erin.
Franjeloos vertelt hij over Jos’ zoektocht door Amsterdam
en de kleurrijke figuren die hij daarbij tegenkomt. Prachtig zijn
personages als de zesennegentigjarige Soesja die waarschuwt dat
“Ronnie neukt zonder rubber”, de buurvrouw die terloops
even meldt dat niet alleen Miranda’s tandenborstel maar ook
haar pessarium weg is, de zussen Mus, de illegale Afrikaan Obi Ibo
en zijn huisgenoten en vele anderen.
Anders dan in de meeste boeken in dit genre, ondervindt
Jos bijna geen weerstand bij deze mensen. Hij vraagt hen al dan
niet beleefd wat ze van het pistool weten en zij antwoorden. Rechttoe,
rechtaan. Ze brengen hem ook steevast een stapje verder in het verhaal.
Dat dit in realiteit vrij onwaarschijnlijk is, maakt niet uit. Net
zomin als al de doden die er vallen: het zal jouw tienjarige zoon
maar zijn die een partijtje sneeuwbal-gooien bekoopt met de dood!
Maar Hellinga mikt niet op die gevoelens. Hij vertelt vrij onderkoeld
de feiten. Soms moet je daarbij even slikken, soms zijn die ronduit
grappig. Ik geloof niet dat Hellinga met dit boek in aanmerking
wou komen voor de Nobelprijs literatuur. Hij wou gewoon een aardig,
onderhoudend en vlot verhaal schrijven, en dat is hem uitstekend
gelukt! |