naar start | a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | r | s | t | u | v | w | x | y | z
Onderstroom (2010) Arnaldur Indridason ****
Verwoeste levens

 

Vorige week werd gezapig Vlaanderen ruw opgeschrikt. De bisschop van Brugge, een minzaam man met een goede naam en veel aanzien, gaf het herhaaldelijke seksuele misbruik van een minderjarig familielid toe. In het zog van dit feit volgde een vloedgolf aan verhalen van slachtoffers van seksueel geweld wiens aanklachten jarenlang onder de mat geveegd werden. Uit al deze verhalen bleek dat het leven van al deze misbruikte mensen in meer of mindere mate verwoest is.

De enorme impact van een verkrachting op iemands leven is één van de thema’s in Onderstroom. Indriðasons gebruikelijke speurder, Erlendur, speelt in dit boek geen rol van betekenis. Hij is op reis, alleen. Een vrouw uit zijn team, Elínborg, neemt de honneurs waar. Ze wordt bij het lijk van een man geroepen. Zijn keel is doorgesneden en hij blijkt Rohypnol, het bekende verkrachtingsdrug, in zijn flat te hebben. Was deze Runólfur een verkrachter? In haar speurtocht naar de dader vindt Elínborg veel verwoeste levens. Een jonge vrouw die onlangs schaars gekleed, misselijk en totaal verward in de straten van Reykjavík gevonden werd, durft het huis niet meer uit. Ouders van een levenslustige tiener die plots verdween, vragen zich vertwijfeld af waar hun dochter is, wat er met haar gebeurde. Het doet denken aan die andere zaak die Vlaanderen beroerde – die van verkrachter en seriemoordenaar Ronald Janssen. Ook voor Elínborg, moeder van drie zonen en een dochtertje, komt deze zaak erg dichtbij. Kinderen zijn kwetsbaar, maar je kan ze niet altijd beschermen. Kinderen maken je ook kwetsbaar, dat ervaart Elínborg aan den lijve bij haar oudste biologische zoon. Zijn oudere adoptiebroer verliet het huis en dat verwijt hij Elínborg. Ondanks al haar goede zorgen zou deze jongen zich nooit thuis gevoeld hebben in haar gezin. Elínborg vraagt zich af waar ze tekort schoot.

Met een op zich erg eenvoudige verhaallijn, met een heel pure, simpele taal en met slechts een paar personages schetst Indriðason een wereld van daders en slachtoffers, van woede en onmacht, van de drang het recht in eigen handen te nemen, van het begrip dat we daar emotioneel voor kunnen opbrengen terwijl we rationeel beseffen dat echt recht moet geschieden. Het is een boek dat erin hakt, terwijl het toch luchtig en vlot gehouden is. Je slaat het met een zucht van genot dicht, terwijl ergens in je achterhoofd de vraag knaagt: waar is Erlendur?