Philip Kerr - Praag fataal (2012) *** (vertaling : Herman van der Ploeg)

Weinig echte inkleuring en diepgang.

Opnieuw een aflevering in de serie politieke thrillers met (voormalig) privédetective Bernie Gunther als hoofdpersoon.
Na de Berlijnse trilogie over Bernie Gunther, inspecteur tijdens het nazibewind, verschenen De een van de ander, over Duitsland en zijn buurlanden vlak na de Tweede Wereldoorlog, Een stille vlam, over een afschuwelijke moord op jonge meisjes in Argentinië en de overeenkomst met soortgelijke moorden in nazi-Duitsland in de jaren ’30, Als de doden niet herrijzen, over bouwfraude rondom de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn, en Grijs verleden over een verleden dat niet zwart-wit is, maar waarin de waarheid allerlei tinten grijs kan hebben. Dat het verleden van Gunther als inspecteur bij de kripo, de kriminalpolizei in Berlijn, ook alle tinten grijs kent, werd –voor zover nog nodig- duidelijk. In dit veldgrijze uniform werden vele misdaden begaan, in Polen, Rusland, Oekraïne.
Daaraan heeft ook Gunther deelgehad. In Praag fataal neemt hij dat verleden met zich mee.

Berlijn, 1941. Een man is overreden door een trein. Bernie Gunther krijgt de zaak in handen en ziet al gauw enkele ongerijmdheden. Ondertussen duikt hij daar een vriendinnetje op, Arianne, die op de een of andere manier betrokken is bij of weet heeft van de overreden man. Is er een verband met Tjechische verzetslieden? Het lijkt erop.
Als de rijksprotector van Bohemen en Moravië, de beruchte SS-generaal Reinhard Heydrich, hem oproept als zijn persoonlijke lijfwacht, kan Gunther niet anders dan afreizen naar Praag waar Heydrich zijn hoofdkwartier heeft. Arianne reist met hem mee.

Praag, 1941-42. Gunther wordt meegezogen in de verwikkelingen van de nazi’s in Tsjecho-Slowakije, het Tsjechische verzet tegen de Duitse overheersing en de moord op Heydrich. Niet alleen blijkt Arianne daar een rol in te spelen, maar ook de door de trein overreden dode uit Berlijn. De draden komen bij elkaar.
Voor iedereen die wil weten hoe de ondervragingen van Al Qaida-verdachten in de Guantánamo Bay-gevangenis gaan, is dit boek aanbevelenswaardig. Kerr beschrijft indringend hoe de Gestapo waterboarding toepast.
Uiteindelijk is de ontknoping wel verrassend.

“Ik vul graag de blanco pagina’s van de geschiedenis”, zegt Kerr. Dat doet hij ook weer in dit boek. Maar anders dan in zijn eerdere boeken, doet hij dat wat mij betreft eendimensionaal. Met weinig echte inkleuring en diepgang. Dat Heydrich een monster was, weten we uit andere literatuur. Daar heeft dit boek weinig aan toe te voegen. Wel geeft Kerr een verrassende visie op de achtergronden van de moordaanslag op Heydrich in Praag 1942. Een boek met minder kwaliteit dan eerdere werken van Kerr, maar niettemin nog altijd leesbaar en belangwekkend.
(Wie meer wil weten over de aanslag op Heydrich, leze ‘HhhH, Himmlers hersens heten Heydrich’; door Laurent Binet, Meulenhoff, 2010.)