R.J. Ellory – De helden van New York (2012) ***

Ellory schrijft prachtige en spannende politiethrillers, gesitueerd in New York, in de school van Amerikaanse hard-boiled auteurs als Raymond Chandler en Dashiell Hammett. Hij meent dat je in misdaadliteratuur “kunt laten zien dat het goede soms ook kan winnen en dat het slechte, het kwade niet altijd wint.”
En: “Ik schrijf over mensen op hun slechtst”, aldus Ellory in een interview in de Volkskrant van 3 april 2010.
Dat geldt voor eerder vertaalde titels als Een stil geloof in engelen (2009), Een volmaakte vendetta (2010), en vooral voor Een mooie dag om te sterven (2011), dat ik beschouw als zijn beste tot nog toe.
Met gespannen verwachting begon ik dus aan De helden van New York.

Een jonge drugsdealer lijkt het zoveelste slachtoffer in de drugsoorlog te zijn. Wanneer ook zijn zusje dood wordt aangetroffen, worden er vraagtekens bij de zaak gezet.
Inspecteur Frank Parrish van de NYPD probeert de moorden op te lossen. Hij worstelt met demonen uit het verleden, hij probeert de reputatie van zijn vader (ook inspecteur en een van de ‘Helden van New York’, maffiabestrijders in de jaren tachtig) te evenaren. Terwijl hij op zoek gaat naar de motieven achter de moorden, moet Frank ook de waarheid over zijn vader onder ogen zien.
Die waarheid is een ingewikkelde. Was zijn vader wel de held die hij volgens de overlevering was? Tijdens de sessies met de politiepsychologe – die hij verplicht ondergaat na een drama waarbij zijn voormalige partner om het leven is gekomen- onthult hij een heel andere kijk op zijn vader
Frank’s staat van dienst steekt schril af tegen die van zijn vader: hij is onhandelbaar en heeft lak aan de procedures. Enkel het feit dat hij regelmatig successen boekt, weerhoudt zijn baas ervan hem uit het korps te ontslaan.
Tijdens de sessies waarvan de verslagen zich laten lezen als een verhaal binnen het verhaal, leren we Frank kennen als een verbitterd man die slecht kan accepteren dat procedure- en vormfouten er vaak de oorzaak van zijn dat de misdadiger zijn straf ontloopt. Zijn slechte relatie met zijn ex-vrouw, zijn alcoholisme, zijn voortdurende zorg om zijn twee kinderen, maar vooral de wetenschap dat zijn vader corrupt was, het komt allemaal aan bod. Tegen de zin in van Frank, die vooral laat zien dat hij overal over wil praten behalve over zichzelf en zijn vader. De gesprekken geven een boeiend idee van de wereld van de ‘helden’ en hun verwevenheid met de maffia in de jaren 70 van de vorige eeuw.

Ellory is een “prima verhalenverteller”zoals in een eerdere recensie al is geschreven. Dat geldt ook voor dit boek. Zijn dialogen zijn scherp, maar niet ontbloot van humor. Jammer dat het leven in New York als stad veel minder dan in Een mooie dag … tot uiting komt. Allen het stratenplan is overvloedig aanwezig, soms iets té.
Uiteindelijk komt het tot een spannende ontknoping, niet geheel onverwacht en een tikje abrupt na zoveel bladzijden aanloop.

Tenslotte geldt ook voor dit boek wat in een eerdere recensie van een boek van Ellory (Vendetta) is geschreven: “R.J. Ellory is een prima verhalenverteller”.