Sinds de uitstekende Berlijn-trilogie van Philip Kerr met Bernie Gunther, inspecteur tijdens het nazibewind, en privé-detective in het na-oorlogse Duitsland, verschijnen er regelmatig ‘Kerr-klonen’ op de markt. De wapenhandelaar van Berlijn is zo’n kloon. Het verhaal begint wanneer hoogleraar geschiedenis Nat Turnbull, expert op het gebied van het verzet in nazi-Duitsland, door de FBI om hulp wordt gevraagd wanneer Turnbulls leermeester Gordon Wolfe is aangehouden omdat deze gestolen documenten uit de Tweede Wereldoorlog in zijn bezit heeft. Het gaat om een ware schat aan informatie, met een voor sommigen vernietigende inhoud. Een deel van de documenten ontbreekt echter en de FBI vermoedt dat Wolfe die verborgen heeft. Afgezien van een volstrekt ongeloofwaardig plot leest het boek lekker weg. Toch kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat Fesperman zich in allerlei bochten heeft moeten wringen om met dit plot nog een lezenswaardig boek te schrijven. De flaptekst vermeldt dat Fesperman met dit boek in de voetsporen treedt van John le Carré. Ik vraag me af wie dit verzonnen heeft. Le Carré heeft nooit geschreven over Duitsland tussen de twee wereldoorlogen, of over Berlijn tijdens de Tweede Wereldoorlog. Los daarvan staat le Carré op eenzame hoogte. Fesperman kan daar niet aan tippen. Inhoudelijk is Fesperman eerder verwant aan Kerr, maar ook met hem kan hij zich niet meten.
|